Instellingenmenu
Druk, om naar de instellingsmodus te gaan, de toets in op de achterkant van het bedieningspaneel gedurende ongeveer 4 seconden tot de onderste LED in de rechterkolom start te knipperen, dit geeft aan dat de eerste parameter gewijzigd kan worden.
Om de waarde van een parameter te wijzigen, draai dan aan de knop tot de weergegeven waarde overeenkomt met de gewenste waarde.
Druk de instellingstoets in om verder te gaan naar de volgende parameter.
Het indrukken van de instellingstoets, nadat de laatste parameter geselecteerd is, zorgt voor het verlaten van instellingsmodus en voor activering van alle parameters. Dus zelfsals er maar één parameter aanpassing nodig is, moet door alle parameters heen gestapt worden.
Als de instellingstoets ingedrukt is, of tijdens instelling, dan schakelt de omvormer/acculaders om naar ”Alleen Omvormer ”-modus.
De lagere drie LED's in de linkerkolom op het bedieningspaneel geven aan welke parameter aangepast wordt in overeenstemming met de onderstaande tabel:
Menu-item | LED's | Parameter | Standaard | Bereik |
---|---|---|---|---|
1 | Schaalfactor | 0 | 0 - 9 | |
2 | Aggregaatstroom (A) | 16 | 0 - 198 | |
3 | Bovenste AC-stroomlimiet voor AC1-ingang (A) | 254 | 0 - 254 | |
4 | Bovenste AC-stroomlimiet voor AC2-ingang (A) | 254 | 0 - 254 | |
5 | Bovenste AC-stroomlimiet voor AC3-ingang (A) | 254 | 0 - 254 | |
6 | Bovenste AC-stroomlimiet voor AC4-ingang (A) | 254 | 0 - 254 |
= LED is uitgeschakeld, = LED knippert, = LED is ingeschakeld