4. Configuratie en instellingen
4.1. Instellingen van laders en belastingen
Zorg ervoor, voordat het systeem wordt ingeschakeld, dat laders en belastingen juist zijn ingesteld, in het bijzonder hun maximale gecombineerde laad- en ontlaadstromen, om te voorkomen dat de acculimieten worden overschreden.
Maximale laadstroom
De maximale continue laadstroom bedraagt 1 C. De maximale puls laadstroom hangt af van het accumodel. Raadpleeg het Lithium NG accu-gegevensblad voor details.
Tip
Voor optimale accuprestaties wordt een laadstroom van 0,3 C aanbevolen.
Maximale ontlaadstroom
De maximale continue ontlaadstroom bedraagt 1 C. De maximale puls ontlaadstroom bedraagt 2 C gedurende een maximum van 10 seconden.
Tip
Voor optimale accuprestaties wordt een ontlaadstroom van 0,5 C aanbevolen.
Belangrijk
Laders en belastingen die niet door het BMS (met ATC en ATD) bestuurd worden, kunnen de accu permanent beschadigen.
Maximale acculaad- en ontlaadstromen voor 12,8 V Lithium NG accu's | ||||
---|---|---|---|---|
12.8/100 | 12.8/150 | 12.8/200 | 12.8/300 | |
Max. continue laadstroom | 100 A | 150 A | 200 A | 300 A |
Max. puls ontlaadstroom (10s) | 200 A | 300 A | 400 A | 600 A |
Max. continue laadstroom | 100 A | 150 A | 200 A | 300 A |
Max. puls laadstroom (10s) | 200 A | 225 A | 400 A | 450 A |
Maximale acculaad- en ontlaadstromen voor 25,6 V en 51,2 V Lithium NG accu's | ||||
---|---|---|---|---|
25.6/100 | 25.6/200 | 25.6/300 | 51.2/100 | |
Max. continue laadstroom | 100 A | 200 A | 300 A | 100 A |
Max. puls ontlaadstroom (10s) | 200 A | 400 A | 600 A | 200 A |
Max. continue laadstroom | 100 A | 200 A | 300 A | 100 A |
Max. puls laadstroom (10s) | 200 A | 400 A | 450 A | 200 A |
4.2. Voor de eerste keer opstarten
De VE.Bus BMS NG wordt ingeschakeld als aan de volgende voorwaarden voldaan wordt:
Accu-aansluiting: De Bat+ van het 6-pin aansluitblok moet aangesloten worden op accu plus.
Aansluiting VE.Bus omvormer/acculader: De RJ45 gelabelde MultiPlus/Quattro poort moet worden aangesloten op een VE.Bus omvormer/acculader of VE.Bus omvormer. Deze aansluiting is essentieel omdat het BMS zijn accunegatief verkrijgt via de VE.Bus-verbinding.
De VE.Bus BMS-assistent moet niet langer via VEConfigure ingesteld worden. Dit gebeurt automatisch zodra er een verbinding tot stand is gebracht tussen het VE.Bus-apparaat en het BMS.
4.3. Instellingen van VE.Bus BMS NG en Lithium NG accu
Eenmaal ingeschakeld, gebruik de VictronConnect-app om het BMS-instellingen in te stellen.
Bepaalde waarden zoals accucapaciteit, accuspanning en het aantal accu's (in totaal, in serie en in parallel geschakeld) worden automatisch gedetecteerd en kunnen niet bewerkt worden. Ze moeten echter nog steeds worden gecontroleerd op nauwkeurigheid.
Instellingen accumonitor: In tegenstelling tot andere accumonitors heeft het VE.Bus BMS NG vooral vaste instellingen. Dit komt omdat het specifiek is ontworpen voor gebruik met Victron Lithium NG accu's, waarbij de belangrijkste instellingen vooraf zijn gedefinieerd.
|
4.4. Bijwerken van BMS en accu-firmware
Bijwerken van de VE.Bus BMS NG firmware kan worden uitgevoerd met de VictronConnect-app:
Algemene opmerkingen over firmware bijwerken
Nieuwer is niet altijd beter – alleen bijwerken indien nodig.
Maak het niet stuk als het werkt – vermijd onnodige updates.
Lees eerst de changelog – beschikbaar op Victron Professional.
Gebruik deze functie daarom met zorg. Ons belangrijkste advies is om een draaiend systeem niet bij te werken tenzij er problemen opduiken of vóór de eerste opstart.
Opmerkingen over bijwerken van het VE.Bus BMS NG en Lithium NG accufirmware
Het bijwerken van de firmware veroorzaakt geen volledige systeemafsluiting.
Tijdens het bijwerken van de firmware opent de Charger uitgang en voorkomt het laden van de accu.
Als het bijwerken mislukt, opent de Load uitgang na 120 seconden als een veiligheidsmaatregel en geeft tijd om het bijwerken van de firmware opnieuw te proberen.
Bijwerken van de firmware
Raadpleeg het hoofdstuk firmware bijwerken in de VictronConnect-handleiding voor gedetailleerde instructies.
Als er een nieuwere firmware-versie beschikbaar is, brengt VictronConnect (zorg ervoor dat u de nieuwste app-versie gebruikt) je automatisch op de hoogte zodra een verbinding met het VE.Bus BMS NG gemaakt is.
Welke firmwareversie heb ik?
De firmwareversie is zichtbaar op de VictronConnect Productinformatiepagina van het BMS. |
4.5. Bluetooth reactivering
Als Bluetooth is uitgeschakeld voor het BMS in VictronConnect, bijvoorbeeld om veiligheidsredenen, kan het als volgt worden gereactiveerd:
|