Belastingen die direct bestuurd kunnen worden door de Load uitgang van het VE.Bus BMS NG:
Omvormers:
Alle omvormers met VE.Direct en Smart omvormers. Verbind de Load uitgang van het BMS met aansluitklem H van de 2-polige aansluiting van de omvormer.
DC-DC omzetters:
Alle Tr type DC-DC omzetters met remote aan/uit aansluiting, de Orion 12/24-20 en de Orion XS. Verbind de Load uitgang van het BMS met de rechter aansluitklem van de 2-polige aansluiting.
BatteryProtect en Smart BatteryProtect:
Verbind de Load uitgang van het BMS met aansluitklem 2.1 (rechter aansluitklem) voor het BatteryProtect en H-pen van de 2-polige aansluiting voor het Smart BatteryProtect.
Cyrix-Li-Load:
Verbind de Load uitgang van het BMS met de besturingsingang van de Cyrix.
Belastingen waarvoor een inverterende remote aan-uit kabel nodig is (artikelnummer ASS030550100 of -120):
VE.Bus inverters en VE.Bus Inverter Compact van 1200 VA of meer
PV-laadregelaars die direct bestuurd kunnen worden door Charger uitgang:
BlueSolar MPPT 150/70 en 150/80 CAN-bus:
Verbind de Charger uitgang van het BMS met de linker aansluitklem van de 2-polige aansluiting (B+).
SmartSolar MPPT 150/45 en hoger, 250/60 en hoger
Verbind de Charger uitgang van het BMS met de rechter aansluitklem (gemarkeerd +) of de linker aansluitklem (gemarkeerd H) van de 2-polige aansluiting.
PV-lader besturingen waarvoor een VE.Direct nietinverterende remote aan-uit kabel nodig is (artikelnummer ASS030550320):
BlueSolar MPPT-modellen, buiten de BlueSolar MPPT 150/70 en 150/80 CAN-bus
SmartSolar MPPT tot 150/35
Acculaders
Smart IP43-acculaders:
Verbind de Charge uitgang van het BMS met aansluitklem H van de 2-polige aansluiting.
Skylla TG acculaders:
Gebruik een niet-inverterende remote aan-uit kabel (artikelnummer ASS030550200).
Skylla-i acculaders:
Gebruik een Skylla-i remote aan-uit kabel (artikelnummer ASS030550400).
Andere acculaders:
Gebruik een Cyrix-Li-Charge
In tegenstelling tot de VE.Bus BMS V2 verzendt de VE.Bus BMS NG laadtoestand (SoC) over het VE.Bus-netwerk. Deze handleiding legt uit hoe de laadtoestand in te schakelen en weer te geven op een GX-apparaat.
Let op
Inschakelen van deze functie alleen de laadtoestand toe. Geen andere BMS-parameters worden naar het GX-apparaat doorgestuurd.
Schakel “Accumonitor” op de MultiPlus/Quattro in
Om laadtoestand door te sturen naar het GX-apparaat moet de accumonitorinstelling ingeschakeld worden op de MultiPlus/Quattro. Dit kan uitgevoerd worden met Remote VEConfigure of VictronConnect.
VictronConnect gebruiken
|
|
Selecteer de accumonitor in het GX-apparaat
Deze stap is uitsluitend vereist als meerdere accumonitor-apparaten aangesloten zijn op het GX-apparaat. Zorg er in dergelijke gevallen voor dat de MultiPlus/Quattro geselecteerd wordt als de actieve accumonitor:
| ![]() |
