16. GX - Aggregaat Automatische Start/Stop
16.1. Inleinding Aggregaat Automatische Start/Stop
Een intern relais op een GX-apparaat (bijv. CCGX) kan worden gebruikt om een aggregaat automatisch te starten of te stoppen. Dit relais - of een schakelaar - kan worden “geactiveerd” door een aantal door de gebruiker gedefinieerde condities. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd welke condities ervoor beschikbaar zijn en wordt men door de stappen geleid die nodig zijn om deze nuttige functionaliteit in te stellen.
Meer algemene informatie over het gebruik van een aggregaat in combinatie met Victron is beschikbaar in de MultiPlusAggregaat Veelgestelde vragen.
16.2. Aansluitingen
Sluit eerst het relais met een kabel aan op eenaggreggaat. Het relais bevindt zich aan de achterzijde van de CCGX- gemarkeerd met de tekst Relais. Bij gebruik van een Color Control GX, zijn er twee relais te zien aan de onderkant van het apparaat - alleen relais 1 kan worden gebruikt voor de automatische start/stop-functie van het aggregaat
De aansluitingen tussen de CCGX en het aggregaat moeten “vast” zijn om ervoor te zorgen dat het aggregaat blijft werken; en ook om automatische “Stop” toe te staan als aan de parameters voor auto-stop is voldaan.
Naast het aansturen van het interne relais, kan de automatische start- / stop-functionaliteit ook worden ingeschakeld om ondersteunde Fischer Panda-aggregaten direct aan te sturen. Voor meer informatie over hoe Fischer Panda-aggregaten aangesloten moeten worden, raadpleeg GX - Fischer Panda-aggregaten documentatie.
Er zijn veel aansluitingsvariaties aan de kant van het aggregaat. Daarom moet ook de aggregaat handleiding of leverancier geraadpleegd worden met betrekking tot hun remote start kabel configuratie.
16.3. De start/stop-functie inschakelen
Ga naar: Instellingen → Relais en stel de Functie-opties in op Aggregaat start/stop
Relais
Nu dat dit is ingeschakeld, zijn alle instellingen met betrekking tot de functie Automatische Aggregaat Start/Stop te vinden in het hoofdmenu onder: Instellingen →Aggregaat starten en stoppen.
Fischer Panda-aggregaten
Schakel de functie “Auto-start” in het bedieningspaneel van de Fischer Panda-aggregaat in.
Ga naar de Fischer Panda aggregaat pagina en stel de Modus in op Auto-start/stop.
Zodra de modus is ingesteld, worden alle instellingen beschikbaar onder het menu Auto-start/stop onder aan de pagina.
16.4. Aggregaat start/stop menu
Ga naar Instellingen → Aggregaat-start/stop:
Dit is de algemene overzichtspagina van aggregaat start/stop functie. Deze pagina kan gebruikt worden om de aggregaatstatus te bewaken, de foutstatus en geschiedenis van de laatste 7 dagen te bekijken en om de noodzakelijke instellingen te maken.
Ga, om naar de overzichtspagina te gaan, naar Instellingen → Aggregaat start/stop.
De individuele menu-items hebben de volgende functies:
Status: geeft de huidige status van het aggregaat weer.
Mogelijke statusberichten:
Gestopt, opwarmen, handmatig gestart, loopt door toestand, afkoelen, stoppen
Fout: Foutbeschrijving.
Looptijd:Aggregaatlooptijd sinds de laatste start.
Totale looptijd: Totale looptijd aggregaat sinds de eerste start. Dit wordt ook beïnvloed door de totale aggregaat looptijd (uren)-instelling in het looptijd en service intervalmenu.
Resterende tijd tot onderhoud: toont de resterende tijd tot het volgende onderhoud zoals bepaald in Looptijd en onderhoudsinterval-menu.
Auto-start functionaliteit: Schakelt de aggregaat auto-start/stop functie in, gebaseerd op gedefinieerde toestanden, ingesteld in het toestandenmenu.
Handmatige start: Raadpleeg de Functie handmatige-start sectie voor details.
Dagelijkse looptijd: Geschiedenis van de looptijd van de afgelopen 7 dagen.
Instellingen: Dit is de toegangspoort tot alle andere functies.
16.5. Instellingenmenu
Ga, in het aggregaat start/stop menu, omlaag en druk de spatiebalk op instellingen om het instellingenmenu naar voor te brengen.
Condities: Raadpleeg het Condities hoofdstuk.
Minimale looptijd: Het is een goede gewoonte dat een aggregaat zijn bedrijfstemperatuur kan bereiken nadat het eenmaal is gestart. In het geval van een handmatige start, wordt deze instelling genegeerd.
Opwarmingstijd en afkoeltijd: Hiermee kan een instelbarebare tijd worden ingesteld voor het opwarmen of afkoelen van het aggregaat via relaisbesturing terwijl het wisselstroomingangsrelais open is en de omvormer/lader er niet op is aangesloten. Let op: deze functie vereist een update van de VE.Bus omvormer/lader naar firmware 502 of hoger.
Aggregaat detecteren bij AC-ingang Als deze functie inschakeld wordt, wordt een alarm op het GX-apparaat geactiveerd en wordt een alarmmail vanuit de VRM-portal verzonden:
als geen voeding gedetecteerd wordt op de AC-ingang aansluitklem van de omvormer/acculader. Deze functie brengt tal van problemen onder de aandacht; zoals gebrek aan benzine of een mechanische of elektrische fout bij het aggregaat. Deze functionaliteit is niet beschikbaar voor VE.Can aangesloten Multis/Quattros.
Het vereist dat automatische alarmbewaking op de VRM is ingeschakeld, wat standaard het geval is.
Alarm als aggregaat niet in autostart-modus staat: Raadpleeg het Alarm als aggregaat niet in autostart-modus staat, voor details.
Stille uren: Raadpleeg de Stille uren sectie in het Voorwaarden hoofdstuk.
Looptijd en service: raadpleeg looptijd en service-intervalmenu voor detail.
16.5.1. Alarm als autostartfunctie uitgeschakeld wordt
Als deze optie ingeschakeld is, dan wordt een alarm gestart als de autostartfunctie langer dan 10 minuten uitgeschakeld blijft. Dit is vooral handig als het aggregaat net een onderhoud heeft gehad en de onderhoudstechnicus vergeten is het aggregaat opnieuw in autostart-modus te zetten.
16.5.2. Looptijd en onderhoudsinterval-menu
Elk aggregaat moet na een bepaalde periode onderhouden worden. De aanbevolen onderhoudsfrequentie van een aggregaat hangt in het bijzonder af van het gebruik en looptijd. Deze tijdsinterval kan ingesteld worden via dit menu, wat dan een teller start die een waarschuwing geeft om het nodige onderhoud aan te geven.
De menu-items in detail:
Reset dagelijkse looptijdtellers: Reset de 7-dagen looptijd-geschiedenis.
Totale looptijd van het aggregaat (uren): Reset of wijzig de totale looptijd uren om overeen te komen met die in het aggregaat. Dit beïnvloedt ook het 'Totale looptijd' beeldscherm in het aggregaat start/stop overzicht.
Aggregaat onderhoudinterval (uren): Stel de onderhoudsinterval (in uren) in voor het aggregaat. Controleer de aggregaathandleiding voor specifieke instructies.
Reset servicetimer: Reset de servicetimer. Gebruik deze optie nadat het aggregaat onderhoud heeft gehad om 'tijd voor onderhoud' teller opnieuw te starten.
16.6. Condities: Door de gebruiker te definiëren parameters die een automatische start/stop van een aggregaat activeren.
Om naar Condities te gaan, vanuit het hoofdmenu, ga naar: Instellingen → Aggregaat start en stop → Instellingen → Condities
* Bij verlies van communicatie Als er zich ooit een communicatie-uitval voordoet tussen de CCGX/ en de VE. Bus omvormer/acculader; en parameters zijn ingesteld die afhankelijk zijn van deze informatie - kies tussen de volgende acties:
Het aggregaat stoppen: als het aggregaat actief is, wordt deze gestopt. (standaard).
Het aggregaat starten: Als het aggregaat niet actief is, wordt deze gestart.
Blijven draaien: Als het aggregaat actief is op het moment van gegevensverlies, zal deze instelling ervoor zorgen dat het blijft werken.
Stop aggregaat als AC-ingang beschikbaar is: deze optie is ideaal voor backupsystemen waarbij een Quattro is aangesloten op het elektriciteitsnet via de AC-in 1 of 2 aansluiting, en een aggregaat aangesloten is op de AC-in 2-aansluiting. Als deze optie is ingeschakeld, stopt aggregaat niet tot netspanning is hersteld na een netspanningdefect. Deze functionaliteit is niet beschikbaar voor op VE.Can aangesloten Quattro's.
De volgende parameters kunnen door de gebruiker worden gedefinieerd om een automatische start/stop van het aggregaat te activeren:
(* De hier gemeten waarde is het totale AC-stroomverbruik van het systeem.)
De conditieparameters krijgen de prioriteit in de bovenstaande volgorde. Als een aantal condities tegelijkertijd worden bereikt, dan wordt alleen de conditie met de hoogste prioriteit als actief weergegeven. Alle ingeschakelde conditie worden geëvalueerd - zelfs als het aggregaat al actief is. Als aan een actieve conditie is voldaan, zal een parameter van een conditie met een lagere prioriteit het aggregaat draaiende houden.
16.6.1. Stop het aggregaat als AC-ingang beschikbaar is
Deze optie is ideaal voor noodstroom-systemen waar een Quattro met één AC-ingang verbonden is met netspanning en de andere AC-ingang verbonden is met een aggregaat. Als deze optie geactiveerd is en de AC-ingang waarop het elektriciteitsnet is aangesloten is ingesteld, stopt het aggregaat zodra het elektriciteitsnet weer beschikbaar is na een storing in het elektriciteitsnet. In dit geval wordt het aggregaat eerst ontkoppeld. Het aggregaat krijgt dan de ingestelde afkoeltijd voor het uitschakelen. Het aggregaat krijgt 15 seconden extra om het proces te voltooien.
Uitgeschakeld: stop aggregaat als AC-ingang beschikbaar is, is momenteel uitgeschakeld
AC-ingang 1: netspanning is verbonden op AC-ingang 1
AC-ingang 2: netspanning is verbonden op AC-ingang 2
16.6.2. Relais geactiveerd door acculaadstatus
De waarde van de acculaadstatus gebruiken om te starten/stoppen: Schakel deze functie in of uit.
Start als de acculaadstatus lager is dan: Stel het ontladingsniveau in voor automatisch starten.
Startwaarde tijdens stille uren: Tijdens Stille uren kan het wenselijk zijn om een auto-start uit te stellen totdat het niet meer kan worden vermeden. Als de Stille uren zijn gedefinieerd, stel dan een lager, kritischer autostart-niveau in.
Stop als de acculaadstatus hoger is dan: Niveau van opnieuw opladen instellen voor auto-stop.
Stopwaarde tijdens stille uren: Als de Stille uren zijn gedefinieerd, stel dan een lager auto-stopniveau in om voor een kortere looptijd van het aggregaat te zorgen.
16.6.3. Relais geactiveerd door accustroom
Gebruik de waarde van de accuspanning om te starten/stoppen: Schakel de functie in of uit.
Start als de accuspanning lager is dan: Als er een hoge AC-vraag wordt ervaren die de accu snel zal uitputten, kan het aggregaat automatisch worden gestart om te helpen aan die vraag te voldoen. Stel het huidige niveau in waarop dit zal gebeuren.
Startwaarde tijdens stille uren: Als de Stille uren zijn gedefinieerd, stel dan een hogere, kritischere stroomwaarde in
Start nadat de conditie is bereikt voor: stel een vertraging in voor de auto-start. Sommige AC-apparaten hebben een kortstondige, hoge piekstroom bij het opstarten. Het instellen van een vertraging voor de auto-start zal voorkomen dat het aggregaat onnodig wordt gestart.
Stoppen als de accustroom lager is dan: stel de stroomwaarde in voor auto-stop.
Stopwaarde tijdens stille uren:: Als de Stille uren zijn gedefinieerd, stel dan een lager auto-stopniveau in om voor een kortere looptijd van het aggregaat te zorgen.
Stop nadat de conditie is bereikt voor: Stel een vertraging in om ervoor te zorgen dat de stroomreductieconditie stabiel is.
16.6.4. Relais geactiveerd op basis van accuspanning
Gebruik de waarde van de accuspanning om te starten/stoppen: Schakel de functie in of uit.
Start als de accuspanning lager is dan: als de accuspanning onder de ingevoerde waarde daalt, dan start het relais het aggregaat.
Startwaarde tijdens stille uren: Als de Stille uren zijn gedefinieerd, stel dan een lagere, (kritischere) stroomwaarde in om te zorgen dat het aggregaat alleen autostart indien absoluut noodzakelijk.
Stop nadat de conditie is bereikt voor: Deze functie bouwt in een vertraging in voordat het aggregaat wordt gestopt, nadat de “stopwaarde” is bereikt. Dit is om ervoor te zorgen dat de spanningsstijging stabiel is.
16.6.5. Relais geactiveerd door AC-belasting
AC-belasting activaties werken op dezelfde manier als andere activaties, maar de functie wordt verfijnd door een instelling van de meting. De instelling van de meting is beschikbaar op firmware v2.0 en hoger en heeft drie mogelijke waarden:
Totaal verbruik (standaardoptie)
Omvormer totaal AC uit
Omvormer AC uit, hoogste fase
16.6.6. Relais geactiveerd door hoge temperatuur van de omvormer
Starten op basis van een waarschuwing bij hoge temperatuur: Schakel deze functie in of uit.
Start als de waarschuwing actief is voor: Stel een vertraging in om tijdelijke temperatuurstijgingen te voorkomen, veroorzaakt door kortstondige hoge AC-eisen.
Als de waarschuwing is gewist, stop dan na: Stel een vertraging in om ervoor te zorgen dat een verlaging van de omvormertemperatuur - meestal veroorzaakt door een lager stroomverbruik - stabiel is.
16.6.7. Relais geactiveerd door overbelasting van de omvormer
Starten bij waarschuwing voor overbelasting: Schakel deze functie in of uit.
Start als de waarschuwing actief is voor: Stel een vertraging in om ervoor te zorgen dat de waarschuwing voor overbelasting van de omvormer niet is geactiveerd door een hoge vraag naar wisselstroom van slechts korte duur.
Als de waarschuwing is gewist, stop dan na: Stel een vertraging in om ervoor te zorgen dat de vermindering van de vraag naar wisselstroom stabiel is.
16.6.8. Automatisch periodiek “Test bedrijf”
Met deze functie kan het aggregaat periodiek automatisch als 'test' gestart worden.
Interval van de test: Stel het interval tussen de test bedrijf sessies in.
Test bedrijfsessie overslaan als het aggregaat heeft gedraaid gedurende: De test wordt overgeslagen als het aggregaat tijdens het interval van de test bedrijfsessie ten minste even lang heeft gelopen als bij een “test bedrijfsessie”.
Begindatum van het testinterval: De “test”-intervalteller begint vanaf de datum die hier is ingevoerd. Er zullen geen proefritten worden gedaan totdat de hier vastgestelde datum is bereikt.
Starttijd Tijd van de dag waarop de “test bedrijfsessie” van het aggregaat zal beginnen.
Duur van de test: Duur van de test.
In bedrijf blijven totdat de accu volledig is opgeladen Als deze functie wordt ingeschakeld, wordt de “test bedrijf” voortgezet totdat de accu volledig is opgeladen - in plaats van gedurende een vaste tijd.
16.6.9. Functie handmatige-start
Gebruik de handmatige startfunctie om het aggregaat op afstand te starten. Er kan ook op Start gedrukt worden als het aggregaat al draait - als dit gedaan wordt, zorgt dat ervoor dat het aggrgaat niet automatisch stopt als aan de voorwaarde voor het starten is voldaan. Met andere woorden, de handmatige startfunctie heft de autostopparameters op.
Er bestaan twee manieren om aggregaat handmatig te starten:
Het menu Handmatig starten gebruiken: ga naar: Aggregaat start en stop → Handmatig starten; en schakel vervolgens de afbeelding in om aggregaat te starten.
Via de GX “Startpagina” aggregaatgrafiek: Druk op toets linksboven op de CCGX, of Color Control GX Remote Console en schakel aggregaatpagina in. Druk dan op middelste toets. Er moet eerst gekozen worden hoe aggregaat gestopt moet worden - handmatig, of door looptijd in te voeren. Zodra de keuze is gemaakt, begint het aftellen van vijf seconden waarin de handmatige start afgebroken kan worden door op de middelste knop te drukken.
WAARSCHUWING: Als aggregaat handmatig (remote) gestart wordt zonder het gebruik van de stop-timer, loopt het tot de “Uit” toets ook handmatig geschakeld wordt.
De stop timer is beschikbaar voor beide methodes van handmatig remote-starten van aggregaat, het zal ervoor zorgen dat het aggregaat automatisch stopt …en niet achteloos wordt vergeten.
Houd er rekening mee dat handmatig stoppen van het aggregaat alleen bereikt kan worden als geen niet nageleefde “loop” voorwaarde actief is. Als er een aggregaat-stop geforceerd moet worden moet eerst de functie uitgeschakeld worden die het aggregaat laat draaien - of de aggregaat start/stop functie uitschakelen.
16.6.10. Stille uren
Stille urenHiermee kan een periode gedefinieerd worden waarin het geluid van een draaiende aggregaat storend is; en kunnen verschillende waarden worden ingesteld voor de omstandigheden die een automatische start tijdens deze periode veroorzaken - zo wordt ervoor gezorgd dat het aggregaat alleen start tijdens een rustige periode als dat absoluut noodzakelijk is.
Ga vanaf het hoofdmenu naar Instellingen → Aggregaat start/stop → Instellingen; en schakel dan naar de Stille uren-functie. Bepaal de stille uren start- en eindtijden in de onderaan verschijnende vakken.
Stille uren wordt de permanente toestand worden (indien ingeschakeld) als de gedefinieerde “start” en “stop” tijden hetzelfde zijn.
“Stille uren” gebruiken als hulpmiddel om twee sets gebruikersvoorkeuren te definiëren
Alternatief kan het rustige uren kenmerk gebruikt worden om te bepalen hoe het systeem reageert op verschillende omstandigheden - bijvoorbeeld:
Vroeg in de ochtend/lage acculaadstatus: De acculaadstatus is vaak het laagst in de ochtend. Koppel dit eerst bij bewolkt weer - of panelen die op het westen staan gericht, en die de neiging hebben om beter te werken in de middag; en er is een omstandigheid dat het aggregaat 's morgens automatisch opstart, veroorzaakt door een lage acculaadstatus - maar later als de dag helderder wordt, zal de PV-energie worden verspild omdat het werk al door het aggregaat is gedaan. Als de functie Stille uren wordt ingesteld om deze periode te dekken, samen met lagere automatische startcondities, wordt automatisch opstarten van het aggregaat.
Vakantiehuis: Vakantiewoningen die alleen gedurende bepaalde perioden worden bewoond, ervaren veel diepere belastingen als ze in gebruik zijn. De functie Stille uren kan worden gebruikt om veel lagere auto-start parameters in te stellen als het huis in gebruik is, dan als het leeg is. Stille uren moeten worden ingesteld als permanente conditie (zie hierboven) tijdens de bezetting; en de functie Stille uren kan worden uitgeschakeld als het huis leeg is.
16.7. Problemen oplossen
Fischer Panda: aggregaat start niet en de fout “Externe schakelaar uitgeschakeld” wordt weergegeven
Schakel de functie “AutoStart” in het Fischer Panda-bedieningspaneel in.
Fischer Panda: Automatische start/stop-functie werkt niet meer na een fout
Zorg ervoor dat het probleem wordt opgelost en wis vervolgens de fout en de automatische start/stop-functie zal opnieuw werken.