2. Gids voor een snelle start
Monteer de lader verticaal (met de klemmen naar beneden) op een niet-ontvlambare ondergrond; zet hem vast met de 4 bevestigingsgaten op de basis. Zorg ervoor dat er onder en boven de lader minstens 10 cm vrije ruimte is voor luchtstroom / koeling.
Sluit de DC-bekabeling aan tussen de BATTERY-klemmen en de accu of de DC-systeemdistributiebus; alle LEDs zullen kort aan gaan wanneer DC-vermogen wordt aangesloten.
Zorg ervoor dat het DC-systeem volledig is uitgeschakeld (alle DC-belastingen en laadbronnen uit / geïsoleerd) voordat u de bestaande accubekabeling / DC-distributiesysteembekabeling loskoppelt en de lader op de accuklemmen / DC-distributiesysteembus aansluit.
Gebruik flexibele meer-aderige koperen kabel met voldoende dwarsdoorsnede met een passende zekering of stroomonderbreker.
Zorg ervoor dat de polariteit van de bedrading juist is; gebruik rode kabels voor de + (positieve) aansluitingen en zwarte kabels voor de - (negatieve) aansluitingen.
Sluit de AC-stroomkabel aan op een stopcontact; alle LEDs zullen kort aan gaan wanneer de lader aan gaat, daarna zal de LED die de laadstatus aangeeft aan gaan.
Configureer de laadinstellingen zoals nodig voor het type en de capaciteit van de accu.
Gebruik van de modus-knop:
Druk kort op de MODE-knop om door de beschikbare opties te navigeren, en selecteer de meest geschikte voorinstelling voor het opladen; de LED naast de geselecteerde laadmodus zal oplichten. Wanneer de reconditioneringsmodus is geselecteerd zal, naast de LED van de geselecteerde laadmodus, ook die voor reconditionering oplichten.
Activeer indien nodig de lage-stroommodus (verminderde laadstroom); houd de MODE-knop 3 seconden ingedrukt. Wanneer geactiveerd, zal de LOW-LED knipperen.
Gebruik van VictronConnect:
Gebruik een apparaat met Bluetooth (zoals een mobiele telefoon of tablet), open de VictronConnect-app en vind de Phoenix Smart IP43 Charger in de LOCAL-pagina, maak dan verbinding met het apparaat (standaard Bluetooth-pincode is 000000).
Ga naar het “instellingen”-menu door het pictogram “instellingen” (tandwiel) in de rechterbovenhoek te selecteren, ga dan daar naar het “Accu-instellingen”-menu.
Vouw het “Accu-voorinstelling”-menu uit, selecteer dan “ingebouwde voorinstelling” of als alternatief “selecteer voorinstelling” voor gespecialiseerde accu types. Beoordeel de beschikbare opties en selecteer de meest geschikte laadvoorinstelling; wanneer gekozen, bevestig dat de nieuwe laadspanningen en instellingen correct / geschikt zijn.
De acculader slaat de gekozen laadmodus automatisch op en roept deze op voor toekomstige laadcycli (zelfs nadat het losgekoppeld is geweest).
Als de ABS LED brandt, dan is de acculader in de absorptiefase (de bulkfase is voltooid); de accu is dan voor ongeveer 80 % opgeladen (of >95 % voor Li-ion-accu's) en kan indien nodig weer in gebruik worden genomen.
Als de FLOAT LED brandt, dan is de acculader in de druppelfase (de absorptiefase is voltooid); de accu is dan volledig (100 %) opgeladen en klaar om weer in gebruik te worden genomen.
Als de STORAGE LED brandt, dan is de lader in opslagmodus (de druppelfase is voltooid); om een volledig opgeladen toestand te behouden kan de accu voor langere tijd op continuladen blijven staan.
Haal de AC-kabel op elk gewenst moment uit het stopcontact om het opladen te stoppen.