4. Installatie
4.1. Locatie van de omvormer
Om een probleemloze werking van de omvormer te garanderen, moet deze worden gebruikt op locaties die aan de volgende vereisten voldoen: a) Voorkom elk contact met water. Stel de omvormer niet bloot aan regen of vocht. b) Plaats de unit niet in direct zonlicht. De omgevingstemperatuur zou tussen de -20 °C en 40 °C moeten zijn (vochtigheid < 95 % niet-condenserend) c) Blokkeer niet de luchtstroom rondom de omvormer. Laat minimaal 30 centimeter vrije ruimte boven en onder de omvormer. Als de omvormer te heet wordt, zal hij uitschakelen. Wanneer hij een veilige temperatuur heeft bereikt, start de omvomer automatisch opnieuw op. | |
Dit product bevat potentieel gevaarlijke spanningen. Het dient alleen geïnstalleerd te worden onder toezicht van een geschikte gekwalificeerde installateur met de juiste opleiding en in overeenkomst met de lokale vereisten. Neem contact op met Victron Energy voor meer informatie of de benodigde training. | |
Een hoge omgevingstemperatuur resulteert in het volgende: · Verminderde levensduur. · Verminderde laadstroom. · Verminderde piek-capaciteit of uitschakeling van de omvormer. Plaats de omvormer nooit rechtstreeks boven loodzuuraccu's. De omvormer is geschikt voor wandmontage. Voor montagedoeleinden bevinden zich een haak en twee gaten aan de achterzijde van de behuizing. Voor optimale koeling moet de omvormer verticaal gemonteerd worden. | |
Voor veiligheidsdoeleinden moet dit product in een hittebestendige omgeving worden geïnstalleerd. Vermijd de aanwezigheid van bijv. chemicaliën, synthetische componenten, gordijnen of ander textiel enz. |
Probeer de afstand tussen de omvormer en de accu tot een minimum te beperken om spanningsverlies in de kabels te minimaliseren
4.2. Vereisten voor accu en bedrading
Om de volledige capaciteit van de omvormer te benutten, moeten accu's met voldoende capaciteit en accukabels met een voldoende doorsnede worden gebruikt. Het gebruik van te kleine accu's of te dunne accukabels leidt tot:
Vermindering van de efficiëntie van het systeem,
Ongewenste systeemalarmen of -uitschakelingen
Permanente schade aan het systeem
Zie tabel voor MINIMUM accu- en kabelvereisten.
Model | 450/100 | |
---|---|---|
Accucapaciteit loodzuur | 200 Ah | |
Accucapaciteit Lithium | 50 Ah | |
Aanbevolen DC-zekering | 125 A - 150 A | |
Minimale doorsnede (mm²) per + en - aansluitklem | 0 - 2 m | 35 mm2 |
2 - 5 m | 70 mm2 |
Waarschuwing
Raadpleeg de aanbevelingen van de accu fabrikant om ervoor te zorgen dat de accu's de totale laadstroom van het systeem kunnen opnemen. Beslissingen over de grootte van de accu moeten worden genomen in overleg met de systeemontwerper.
Gebruik een momentsleutel met geïsoleerde steeksleutel om kortsluiting van de accu te voorkomen. Maximum koppel: 14 Nm Vermijd het kortsluiten van de accukabels. |
Draai de twee schroeven aan de onderzijde van de behuizing en verwijder het bedieningspaneel.
Sluit de accukabels aan.
Draai de moeren goed vast voor minimale contactweerstand.
4.3. Configuratie zonnepanelen
De Multi RS Solar Dubbele tracker-model moet de individuele tracker ingangen geïsoleerd van elkaar houden. Dat betekent één PV-reeks per ingang, probeer niet dezelfde reeks aan te sluiten op meerdere tracker ingangen.
Waarschuwing
De maximale nominale spanning van de PV-lader is 450 V. Een te hoge PV-spanning beschadigt de PV-lader. Deze schade wordt niet door de garantie gedekt.
Als de PV-reeks gelokaliseerd is in koudere klimaten kan de PV-reeks meer uitvoeren dan de nominale Voc. Gebruik de MPPT-calculator op de productpagina van PV-lader om deze variabele te berekenen. Behoud, als vuistregel, een extra 10 % veiligheidsmarge
De maximale operationele ingangsstroom voor elke tracker is 18 A.
MPPT PV-ingangen zijn beschermd tegen omgekeerde polariteit, tot een maximale kortsluitstroom van 20 A per tracker.
Waarschuwing
Houd er rekening mee dat de productgarantie vervalt als een PV-reeks met een kortsluitstroom groter dan 20 A in omgekeerde polariteit wordt aangesloten.
Let op
De Multi RS Solar Dubbele tracker-model moet de individuele tracker ingangen geïsoleerd van elkaar houden. Dat betekent één PV-reeks per ingang, probeer niet dezelfde reeks aan te sluiten op meerdere tracker ingangen.
Wanneer de MPPT overschakelt naar de druppellaadfase vermindert de laadstroom van de accu door het verhogen van de PV Power Point spanning.
De maximale open circuit spanning van de PV-reeks moet minder zijn dan 8 keer de minimale accuspanning bij druppellading.
Wanneer een accu bijvoorbeeld een druppellaadspanning heeft van 54,0 volt, mag de maximale open circuit spanning van de aangesloten reeks niet hoger zijn dan 432 volt.
Wanneer de spanning van de panelen deze parameter overschrijdt, wordt in het systeem de foutmelding “Overlaadbescherming” weergegeven en wordt het uitgeschakeld.
Om dit te corrigeren, moet ofwel de druppellading van de accu verhoogd of de PV-spanning verlaagd worden door de PV-panelen van de string te verwijderen om de spanning weer binnen de specificatie te brengen.
4.3.1. Multi RS Solar PV-instelling voorbeeld
Let op
Dit is een voorbeeld van een configuratie van een PV-reeks. Beslissingen over de specifieke configuratie, grootte en ontwerp van de PV-reeks voor het systeem moet worden genomen in overleg met de systeemontwerper.
Type paneel | VOC | Vmpp | Isc | Impp | # panelen | Max PV-reeks spanningen | Totaal vermogen |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Victron 260 W (60 cel) | 36,75 V | 30 V | 9,30 A | 8,66 A | #1 - 8 #2 - 8 | 304 V | 4160 W |
4.4. MPPT RS-aarding en detectie van isolatiefouten in de PV-reeks
De MPPT RS test op voldoende isolatie weerstand tussen PV+ en GND, en PV- en GND.
Wanneer de weerstand beneden de grens komt (indicatie van een aardfout), dan zal de unit stoppen met laden en de fout weergeven.
Wanneer een hoorbaar alarm en / of e-mailnotificatie van deze fout nodig is, dan moet er ook een GX-apparaat (zoals een Cerbo GX) aangesloten worden. E-mailnotificaties vereisen een GX-apparaat met internetverbinding en het configureren van een VRM-account.
De positieve en negatieve geleiders van de PV-reeks moeten van de grond af worden geïsoleerd.
Aard het frame van de PV-reeks volgens lokale vereisten. De aardingsnok op het chassis moet worden aangesloten op de gemeenschappelijke aarding.
De geleider van de aardingsnok op het chassis van de eenheid naar de aarde moet ten minste de doorsnede hebben van de geleiders die voor de PV-reeks worden gebruikt.
Wanneer een PV-weerstandsisolatiefout is aangegeven, raak dan geen metalen onderdelen aan en neem onmiddellijk contact op met een gekwalificeerde technicus om het systeem op fouten te inspecteren.
De accuklemmen zijn galvanisch geïsoleerd van de PV-reeks. Dit zorgt ervoor dat PV-reekspanningen niet kunnen lekken naar de accuzijde van het systeem in een storing.
4.5. Kabelaansluiting volgorde
Ten eerste: Bevestig de juiste polariteit van de accu, sluit de accu aan.
Ten tweede: Sluit indien nodig de remote Aan/Uit-schakelaar aan, het programmeerbare relais en de communicatiekabels
Ten derde: Controleer dat PV-polariteit correct is en sluit vervolgens de PV-reeks aan (indien onjuist aangesloten met omgekeerde polariteit, zal de PV-spanning dalen, de regelaar zal opwarmen maar de accu zal niet opladen).
4.6. Procedure voor het aansluiten van de accu
Ga als volgt verder om de accukabels te verbinden:
Waarschuwing
Gebruik een momentsleutel met geïsoleerde steeksleutel om te voorkomen dat de accu kortsluit. Vermijd kortsluiting van de accukabels.
Waarschuwing
Er moet specifieke zorg en aandacht worden besteed bij het aansluiten van de accu. Met een multimeter moet de juiste polariteit worden bevestigd, voordat de accu wordt aangesloten. Door de accu met de onjuiste polariteit aan te sluiten, wordt het apparaat vernietigd en dat valt niet onder de garantie.
Maak de twee schroeven aan de onderkant van de behuizing los en verwijder het servicepaneel.
Sluit de accukabels aan. Eerst de - kabel dan de +. Houd er rekening mee dat er een vonk kan optreden bij het aansluiten van de accu.
Draai de moeren vast aan de voorgeschreven koppels voor minimale contactweerstand.
4.7. Verbinding van de AC-bekabeling
Waarschuwing
Dit is een product met veiligheidsklasse I (geleverd met een aardklem voor veiligheidsdoeleinden). De AC- en/of uitgangsklemmen en/of het aardingspunt in het product moeten voor veiligheidsdoeleinden voorzien zijn van een onderbrekingsloos aardingspunt. Zie Bijlage A.
In een vaste installatie kan een onderbrekingsloze aarding worden vastgezet door middel van de aardingsdraad van de AC-ingang. Anders moet de behuizing worden geaard.
Dit product is voorzien van een aardrelais (relais H, zie Bijlage B) dat automatisch de Nuluitgang met het chassis verbind als er geen externe AC-voeding voorhanden is. Als er een externe AC-voeding aanwezig is, gaat het aardrelais H open voordat het ingangsveiligheidsrelais sluit. Dit zorgt voor de juiste werking van een aardlekstroomonderbreker die is aangesloten op de uitgang.
Bij een mobiele installatie (bijvoorbeeld met een walstroomstekker) zal het onderbreken van de walstroomverbinding tegelijkertijd de aardingsverbinding verbreken. In dat geval moet de behuizing worden aangesloten op het chassis (van het voertuig) of op de romp of aardingsplaat (van de boot). In het geval van een boot wordt directe verbinding met de wal niet aanbevolen vanwege mogelijke galvanische corrosie. De oplossing hiervoor is het gebruik van een scheidingstransformator.
De klemmenblokken zijn te vinden op de printplaat, zie Bijlage A.
Verwissel de nul en fase niet bij het aansluiten op de AC.
De omvormer biedt GEEN volledige galvanische isolatie tussen de PV DC-ingang en de AC-uitgang. Daarom is het mogelijk dat de DC-spanning en de stroom van de DC PV-aansluitingen aan de AC-zijde kunnen worden gedetecteerd.
Volledige galvanische isolatie wordt geleverd tussen PV-DC en Accu-DC.
AC-OUT-1 De AC-uitgangskabel kan rechtstreeks verbonden worden met het klemmenblok “AC-OUT” Van links naar rechts: “N” (nul) - “PE” (aarde) - “L” (fase). Met de PowerAssist-functie kan de Multi, tijdens perioden van piekvermogen, tot maximaal 6 kVA aan de uitgang leveren (dat is 6000 / 230 = 26 A). The Multi RS can provide throughput of up to 50 A to the loads. The AC input relays are limited to 50 A (Multi RS - 2 tracker), and the inverter can contribute up to 25 A continuous at best conditions (when it gets hotter this figure will be reduced). . Aanhaalmoment: 1,2 Nm
Waarschuwing
De AC-uitgang aansluitklemmen moeten worden beschermd door een zekering of een stroomonderbreker met een waarde van 50 A of minder en de kabel moet een passende doorsnede hebben. Locale regelgeving kan een extra aardlek stroomonderbreker vereisen.
AC-OUT-2 een tweede uitgang is beschikbaar die de belasting ontkoppelt als alleen op de accu gewerkt wordt. Op deze aansluitklemmen is apparatuur aangesloten die alleen kan werken als er wisselspanning beschikbaar is op de AC-IN-1, bijvoorbeeld een elektrische boiler of een airco. De belasting op AC-OUT-2 wordt onmiddellijk afgekoppeld wanneer de omvormer/lader overschakelt naar accu werking. Nadat AC-vermogen beschikbaar wordt op AC-IN-1, wordt de belasting op AC-OUT-2 onmiddellijk opnieuw verbonden. Aanhaalmoment: 1,2 Nm.
AC-IN De AC-ingangkabel kan worden verbonden met het klemmenblok “AC–IN”. Van links naar rechts: “N” (nul) - “PE” (aarde) - “L” (fase actief) De AC-ingang moet worden beschermd door een zekering of magnetische stroomonderbreker, van 50 A of minder, en de kabeldoorsnede moet dienovereenkomstig worden gedimensioneerd.. Als de AC-ingangvoeding een lagere waarde heeft, dan moet de zekering of de magnetische stroomonderbreker dienovereenkomstig worden gereduceerd. Aanhaalmoment: 1,2 Nm.
4.8. VE.Direct
Dit kan gebruikt worden om een pc/laptop aan te sluiten om de omvormer te configureren met een VE.Direct naar USB-accessoire. Kan ook gebruikt worden om een Victron GlobalLink 520 aan te sluiten om gegevensbewaking op afstand mogelijk te maken.
Let op: de VE.Direct-poort op de Multi RS Solar kan niet gebruikt worden om verbinding te maken met een GX-apparaat, en in plaats daarvan moet de VE.Can-verbinding gebruikt worden.
4.9. VE.Can
Wordt gebruikt om verbinding te maken met een GX-apparaat en/of de dagelijkse communicatie met andere VE.Can-compatibele producten zoals de VE.Can MPPT-producten.
4.10. Bluetooth
Gebruikt om verbinding te maken met het apparaat via VictronConnect voor configuratie.
Houd er rekening mee dat deze Bluetooth-interface niet compatibel is met VE.Smart Networking (bijv. Smart Battery Sense).
4.11. I/O gebruiker
4.11.1. Remote Aan/Uit-aansluiting
De remote Aan/Uit-aansluiting heeft twee aansluitklemmen, de “Remote L”- en de “Remote H”-aansluitklem.
De Multi RS Solar wordt geleverd met de remote aan/uit-aansluitklemmen, die via een draadverbinding met elkaar verbonden zijn.
Houd er rekening mee dat de hoofd aan/uitschakelaar op de Multi RS Solar op “aan” dient te staan wanneer de remote aansluiting gebruikt wordt.
De remote Aan/Uit-aansluiting heeft twee verschillende bedrijfsmodi:
Aan/uit-modus (standaard):
De standaardfunctie van de remote Aan/Uit-aansluiting is om het apparaat op afstand aan of uit te schakelen.
Het apparaat wordt ingeschakeld als de “Remote L” en de “Remote H” met elkaar verbonden zijn (via een remote schakelaar, relais- of draadverbinding).
Het apparaat wordt uitgeschakeld als de “Remote L” en de “Remote H” niet met elkaar verbonden zijn, en zwevend zijn.
Het apparaat wordt ingeschakeld als “Remote H” is aangesloten op de positieve accupool (Vcc).
Het apparaat wordt ingeschakeld als “Remote L” is aangesloten op de negatieve accupool (Min).
2-draadse BMS-modus:
Deze functie kan worden ingeschakeld via VictronConnect. Ga naar "accu-instellingen" en vervolgens naar "afstandsbedieningsmodus". (zie bijgevoegde afbeelding)
Stel de afstandsbedieningsmodus in van "aan/uit" naar "2-draadse BMS".
In deze modus worden de signalen "belasting", "belasting loskoppelen" of "toegestaan om te ontladen" en de signalen “lader”, “oplader loskoppelen” or “toegestaan om op te laden” van een Victron lithium-accu BMS gebruikt om het apparaat te bedienen. Ze schakelen respectievelijk de omvormer uit als ontlading niet is toegestaan, en schakelen de PV-lader uit als opladen niet door de accu is toegestaan.
Sluit de BMS-aansluitklemmen "belasting", "belasting loskoppelen" of "toegestaan om te ontladen" aan op de “Remote H”-aansluitklem van de RS Smart-omvormer.
Sluit de BMS-aansluitklemmen “lader”, “lader loskoppelen” of “toegestaan om op te laden” aan op de “Remote L”-aansluitklem van de RS Smart-omvormer.
4.11.2. Programmeerbaar relais
Programmeerbare relais die ingesteld kan worden voor algemeen alarm, DC te lage spanning of start/stop-functie van een aggregaat. DC -waarde: 4 A tot 35 VDC en 1 A tot 70 VDC
4.11.3. Spanningsdetectie
Voor het compenseren van mogelijk kabelverlies tijdens het opladen, kunnen twee sensedraden rechtstreeks met de accu verbonden worden of met de positieve en negatieve verdeelpunten. Gebruik draad met een doorsnede van 0,75 mm².
Tijdens het opladen van de accu compenseert de acculader de spanningsval over de DC-kabels tot maximaal 1 Volt (d.w.z. 1 V over de positieve aansluiting en 1 V over de negatieve aansluiting). Als de spanningsval groter dreigt te worden dan 1 V, wordt de laadstroom zodanig beperkt dat de spanningsval beperkt blijft tot 1 V.
4.11.4. Temperatuursensor
Voor temperatuurgecompenseerd opladen kan de temperatuursensor (meegeleverd bij het apparaat) worden aangesloten. De sensor is geïsoleerd en moet op de negatieve pool van de accu worden aangebracht. De temperatuursensor kan ook gebruikt worden voor lage temperatuur-afsluiting bij het opladen van lithium accu's (geconfigureerd in VictronConnect).
4.11.5. Programmeerbare analoge/digitale ingangen
Het product is uitgerust met 2 analoge/digitale ingangen, ze werden AUX_IN1+ en AUX_IN2+ gelabeld op het afneembare Gebruiker I/O aansluitblok.
De digitale ingangen zijn 0-5 V, en wanneer een ingang naar 0 V wordt getrokken wordt deze geregistreerd als “gesloten”
Deze ingangen kunnen geconfigureerd worden in VictronConnect.
Ongebruikt: de aux-ingang heeft geen functie.
Veiligheidsschakelaar: het apparaat is ingeschakeld wanneer de aux-ingang actief is.
AC IN connect: maak alleen verbinding met AC-ingang wanneer AUX-ingang actief is. Een voorbeeld van wanneer dit nuttig kan zijn is om laden AC-ingang net uit te schakelen tijdens een kostbare tariefperiode.
Er kennen verschillende functies worden toegewezen aan elke aux-ingang. Wanneer dezelfde functie toegewezen wordt aan beide aux-ingangen worden ze behandeld als een EN-functie dus beiden moeten actief zijn zodat het apparaat de ingang herkent.
4.11.6. I/O-terminal schema gebruiker
4.11.7. I/O-functies gebruiker
Nummer | Aansluiting | Omschrijving |
---|---|---|
1 | Relais_NO | Programmeerbaar relais Normaal open aansluiting |
2 | AUX_IN - | Gemeenschappelijk negatief voor programmeerbare aux-ingangen |
3 | AUX_IN1+ | Programmeerbare aux-ingang 1 positieve aansluiting |
4 | AUX_IN2+ | Programmeerbare aux-ingang 2 positieve aansluiting |
5 | REMOTE_L | Remote Aan/Uit-aansluiting Laag |
6 | REMOTE_H | Remote Aan/Uit-aansluiting Hoog |
7 | RELAY_NC | Programmeerbaar relais normaal gesloten aansluiting |
8 | RELAY_COM | Programmeerbaar relais gemeenschappelijk negatief |
9 | TSENSE - | Temperatuursensor negatief |
10 | TSENSE + | Temperatuursensor positief |
11 | VSENSE - | Spanningssensor negatief |
12 | VSENSE + | Spanningssensor positief |
4.12. Programmeren met VictronConnect
Deze gids helpt met de specifieke elementen van VictronConnect die betrekking hebben op de MPPT RS Solar Charge regelaar.
In de algemene VictronConnect-handleiding staat meer algemene informatie over de VictonConnect-app, hoe deze te installeren, hoe VictronConnect met het apparaat kan koppelen, en hoe de firmware kunt bijgewerkt kan worden. Bekijk hier een lijst met alle compatibele VictronConnect-apparaten.
Opmerking: Deze instructies kunnen van toepassing zijn op verschillende producten en configuraties, waarbij de accuspanning in deze instructies is vermeld en een 12 V-accu wordt gebruikt als referentiepunt. Vermenigvuldig de gegeven waarden met 4 om te komen tot de instellingen voor een installatie die is geconfigureerd voor een 48 V-accusysteem.
4.12.1. Instellingen
De instellingenpagina wordt geopend door te klikken op het tandwielpictogram in de rechterbovenhoek van de startpagina. Op de instellingenpagina kunen de instellingen van de functies Accu, Belasting, Straatverlichting en Haven bekijken of wijzigen. Vanaf deze pagina kan ook productinformatie bekeken worden, zoals de firmware versies die op de MPPT-laadregelaar zijn geïnstalleerd.
4.12.2. Accu-instellingen
Accuspanning
De MPPT RS is vastgesteld op 48 V en is alleen beschikbaar voor 48 V-systemen.
Max. laadstroom
Hiermee kan de gebruiker een lagere maximale laadstroom instellen.
Acculader ingeschakeld
Als deze instelling wordt inschakeld , wordt de PV-lader uitgeschakeld. De accu's worden dan niet opgeladen. Deze instelling is alleen bedoeld voor gebruik bij het uitvoeren van werkzaamheden aan de installatie.
Laadinstellingen - Accuvoorinstelling
Met de accuvoorinstelling kan het accutype geselecteerd worden, fabrieksinstellingen accepteren of eigen vooraf ingestelde waarden invoeren die worden gebruikt voor het laadalgoritme. De instellingen voor absorptiespanning, absorptietijd, druppellaadspanning, egalisatiespanning en temperatuurcompensatie zijn allemaal geconfigureerd op een vooraf ingestelde waarden - maar kunnen ook door de gebruiker worden gedefinieerd.
De door de gebruiker gedefinieerde voorinstellingen worden opgeslagen in de vooraf ingestelde bibliotheek - op deze manier hoeven installateurs niet telkens alle waarden te definiëren wanneer ze een nieuwe installatie configureren.
Door Voorinstellingen bewerken te selecteren of op het scherm Instellingen (met de expertmodus ingeschakeld of niet), kunnen aangepaste parameters als volgt worden ingesteld:
Absorptievermogen
Stel de absorptiespanning in.
Adaptieve absorptietijd
Selecteer een adaptieve absorptietijd, anders zal een vaste absorptietijd worden gebruikt. Beide worden hieronder nader uitgelegd:
Vaste absorptietijd: DDezelfde absorptielengte wordt elke dag toegepast (wanneer er voldoende zonne-energie is) door gebruik te maken van de maximale absorptietijd. Houd er rekening mee dat deze optie kan leiden tot te veel laden van de accu's, vooral voor lood-zuur accu's en systemen met beperkte dagelijkse ontladingen. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van de accu voor de aanbevolen instellingen.Opmerking: Zorg ervoor dat de staartstroominstelling uitgeschakeld is om elke dag dezelfde absorptietijd te hebben. De staartstroom kan de absorptietijd eerder beëindigen als de stroom onder de drempel daalt. Zie de sectie hieronder voor meer informatie over staartstroom instellingen.
Adaptieve absorptietijd: Het laadalgoritme kan een adaptieve absorptietijd gebruiken: het laadalgoritme past zich dan ‘s ochtends automatisch aan de laadstatus aan. De maximale duur van de absorptie periode voor de dag wordt bepaald door de accuspanning zoals gemeten vlak voordat de PV-lader elke ochtend in werking treedt (er worden 12 V-accu’s gebruikt - Spanning van meerdere accu’s 4 voor 48 V):
Accuspanning Vb (@start -up) | Multiplier | Maximale absorptietijden |
---|---|---|
Vb < 11,9 V | x 1 | 06:00 uur |
> 11,9 V Vb < 12,2 V | x 2/3 | 04:00 uur |
> 12,2 V Vb < 12,6 V | x 1/3 | 02:00 uur |
Vb > 12,6 V | x 2/6 | 01:00 uur |
De multiplier wordt toegepast op de maximale absorptietijd wat resulteert in de maximale duur van de door de acculader gebruikte absorptieperiode. De maximale absorptietijden in de laatste kolom van de tabel zijn gebaseerd op de standaardinstellingen voor een maximale absorptietijd van 6 uur.
Maximale absorptietijd (uu:mm)
Absorptietijdslimiet instellen. Alleen beschikbaar bij gebruik van een aangepast laadprofiel.
Voer de tijd in met de notatie hh:mm, waarbij de waarden voor de uren tussen 0 en 12 liggen; en minuten tussen 0 en 59.
Druppellaadspanning
Druppellaadspanning instellen.
Compensatie re-bulkspanning
Stel de spanningscompensatie in die zal worden gebruikt bij de instelling van de druppeltlaadspanning die de drempel bepaalt waarbij de laadcyclus opnieuw zal opstarten.
Bijv.: Voor een re-bulk spanningscompensatie van 0,1 V en een druppellaadspanning van 13,8 V, is de spanningsdrempel die zal worden gebruikt om de laadcyclus opnieuw op te starten 13,7 V. Met andere woorden, als de accuspanning gedurende één minuut onder 13,7 V daalt, wordt de laadcyclus opnieuw opgestart.
Egalisatiespanning
Stel de egalisatiespanning in.
Egalisatiestroom percentage
Stel het percentage in van de instelling Max. laadstroom die wordt gebruikt wanneer de egalisatie wordt uitgevoerd.
Automatische egalisatie
Stel de frequentie van de automatische egalisatiefunctie in. Beschikbare opties zijn van 1 tot 250 dagen:
1 = dagelijks
2 = om de dag
...
250 = elke 250 dagen
Egalisatie wordt meestal gebruikt om de cellen in een loodzuuraccu te balanceren en om stratificatie van elektrolyts in natte accu's te voorkomen. Of (automatische) egalisatie noodzakelijk is of niet, hangt af van het type accu's en het gebruik ervan. Raadpleeg de accu leverancier voor richtlijnen.
Wanneer de automatische egalisatiecyclus is gestart, past de acculader een egalisatiespanning toe op de accu, zolang het huidige niveau onder de instelling van het gelijkstroompercentage van de bulkstroom blijft.
Duur van de automatische egalisatiecyclus
In het geval van alle VRLA-accu's en sommige natte accu's (algoritme nummer 0, 1, 2 en 3) eindigt de automatische egalisatie wanneer de spanningslimiet (maxV) is bereikt, of na een periode gelijk aan (absorptietijd/8) - afhankelijk van wat het eerst komt.
Voor alle accu's met buisjesplaten (algoritme nummers 4, 5 & 6); en ook voor het door de gebruiker gedefinieerde accutype, zal de automatische egalisatie eindigen na een periode gelijk aan (absorptietijd/2).
Voor lithiumaccu's (algoritme nummer 7) is egalisatie niet beschikbaar.
Wanneer een automatische egalisatiecyclus niet binnen één dag is voltooid, wordt deze de volgende dag niet hervat. De volgende egalisatiesessie vindt plaats volgens het interval dat is ingesteld in de optie “Automatische egalisatie”.
Het standaard accutype is een VRLA-accu en elke door de gebruiker gedefinieerde accu zal zich qua egalisatie gedragen als een accu met buisjesplaten.
Egalisatiestopmodus
Stel in hoe de egalisatie zal stoppen. Er zijn twee mogelijkheden: ten eerste als de accuspanning de egalisatiespanning bereikt en de tweede op vaste tijd, waarbij de maximale egalisatieduur wordt gebruikt.
Maximale egalisatieduur
De maximale tijd van de egalisatiefase instellen.
Staartstroom
Stel de huidige drempel in die zal worden gebruikt om de absorptiefase te voltooien voordat de maximale absorptietijd verstrijkt. Wanneer de accustroom gedurende één minuut onder de staartstroom komt, eindigt de absorptiefase. Deze instelling kan worden uitgeschakeld door deze op nul in te stellen.
Temperatuurcompensatie
Veel accutypes vereisen een lagere laadspanning in warme bedrijfsomstandigheden en een hogere laadspanning in koude bedrijfsomstandigheden.
Het ingestelde coëfficiënt is inop mV per graad Celsius voor de hele accubank, niet per cel. De basis temperatuur voor de compensatie is 25 °C (77 °F), zoals weergegeven in onderstaande tabel.
Wanneer een Smart Battery Sense is geïnstalleerd zal de werkelijke temperatuur van de accu gedurende de dag worden gebruikt voor compensatie.
Loskoppeling bij lage temperatuur
Deze instelling kan gebruikt worden om het laden bij lage temperaturen uit te schakelen zoals in het geval van Lithiumaccu’s.
Voor LiFePO4-accu's is deze instelling ingesteld op 5 graden Celsius, voor de andere accutypen is deze uitgeschakeld. Bij het aanmaken van een door de gebruiker gedefinieerde accu kan de temperatuurdrempel voor het afsluiten handmatig worden aangepast.
Handmatige egalisatie - Nu starten
Door “Nu starten” te selecteren op “Handmatige egalisatie”, is het mogelijk een Egalisatiecyclus handmatig op te starten. Gebruik de handmatige egalisatieoptie alleen gedurende de absorptie- en druppellaadperioden en wanneer er voldoende zonlicht is, om de acculader in staat te stellen de accu op de juiste wijze te egaliseren. Stroom- en spanningslimieten zijn identiek aan die van de automatische egalisatiefunctie. De duur van de egalisatiecyclus is beperkt tot maximaal 1 uur wanneer deze handmatig wordt geactiveerd. Handmatige egalisatie kan op elk gewenst moment worden gestopt door “Egaliseren stoppen” te selecteren.
4.12.3. Aggregaat programmeren
De Multi RS Solar heeft een heeft een tolerantie voor onregelmatigheden op de AC-ingang zoals snelle frequentiewijzigingen of spanningswijzigingen om betrouwbaarheid te verbeteren bij het verbinden met aggregaten.
Het gebruik van een aggregaat met de Multi RS Solar vereist firmware-versie v1.11 of later.
Bij het gebruik van een aggregaat wordt het aanbevolen deze instellingen aan te passen;
VictronConnect -> Instellingen -> Algemeen -> “Gematigde belastingwijzigingen aggregaat” inschakelen.
VictronConnect -> Instellingen -> Net -> De “UPS-functie” uitschakelen.
De “gematigde belastingwijzigingen aggregaat”-instelling schakelt de omvormer/acculader in om plotselinge belastingwijzigingen te absorberen en ze langzaam over te brengen naar het aggregaat. Dit vermindert snelheid en spanningsvariaties in het aggregaat.
De “UPS-functie” beperkt de aanvaarding van een AC-ingang tot een zeer precieze sinusgolf zodat het bij een onderbreking van de AC-toevoer mogelijk is een schijnbare opeenvolging van toevoer aan de belastingen te behouden. Dit is onverenigbaar met de meeste aggregaten en moet uitgeschakeld worden bij het gebruik van een aggregaat om betrouwbare aanvaarding van de AC-toevoer te verbeteren.
Beperkingen
De Multi RS Solar omvat beperkte relais-besturingsopties zoals openen/sluiten op een programmeerbare lage accuspanning. Gebruik, voor een meer geavanceerde programmeringsfunctionaliteit van aggregaatregeling, een GX-apparaat (zoals de Cerbo GX).
Raadpleeg Beperkingen hoofdstuk voor extra laadvermogenbeperkingen.
4.12.4. UPS-gedrag
De UPS-functie schakelt snellere overdracht naar omvormermodus in wanneer de AC-ingang nettoevoer onderbroken is.
Deze functie wordt standaard ingeschakeld en moet uitgeschakeld worden bij gebruik van een aggregaat (of net met onregelmatige sinusgolf).
De instelling is te vinden in VictronConnect -> Instellingen -> Net -> UPS-functie.
De “UPS-functie” beperkt de acceptatie van de AC-ingang tot een zeer precieze sinuslijn zodat bij een onderbreking in de AC-toevoer het mogelijk is een schijnbare ononderbroken voortdurende vermogenstoevoer naar de belastingen te behouden.
De kenmerkende reactietijd bij een plotselinge daling van de netspanning bedraagt 6 ms. Wanneer de AC-ingang spanningsval start rond de nul kruising van de sinus bedraagt de reactietijd ongeveer 8 ms. Dit is inclusief de reactietijd van het relais.
Wanneer de omvormer voldoende vermogen kan leveren in de AC-Ingang kan de reactietijd voor het openen van de AC in-relais meer tijd in beslag nemen. De belasting wordt echter nog steeds continue geleverd met minstens >160 Vrms. Het AC-ingangrelais wordt altijd geopend binnen 200 ms.
Victron Energy raadt het gebruik van dit product in levensondersteunende toepassingen af, waarbij redelijkerwijs kan worden verwacht dat een storing of defect van het Victron Energy-product de storing van het levensondersteunende apparaat veroorzaakt of de veiligheid of effectiviteit ervan aanzienlijk beïnvloedt.
4.12.5. AC-invoerbeheer
De AC-invoerbeheer kan op tal van manieren worden ingesteld, bijvoorbeeld, de Multi zal losgekoppeld worden van het elektriciteitsnet wanneer de accu's vol genoeg zijn en/of de AC-belasting niet te groot is. De Multi zal het grootste deel van de tijd losgekoppeld zijn van het elektriciteitsnet. Het zal het elektriciteitsnet alleen toelaten wanneer de accu's leeg zijn of wanneer een grote AC-belasting wordt gebruikt. Het elektriciteitsnet kan nu gebruikt worden zoals een back-up aggregaat zou worden.
Het mechanisme achter de AC-invoerbeheer is het openen of sluiten van het interne AC-ingangsrelais van de Multi.
Deze functie is standaard uitgeschakeld.
De normale functie van dit relais is om te openen zodra het elektriciteitsnet of de generator er niet is. Bijvoorbeeld wanneer het elektriciteitsnet uitvalt of wanneer een generator is uitgeschakeld. Dit is een veiligheidsactie. Het relais voorkomt dat energie naar het elektriciteitsnet gaat tijdens het uitvallen van het licht of wanneer de generator is uitgeschakeld.
Dit relais kan ook worden ingesteld om doelbewust het lichtnet te negeren. Het zal nog steeds zijn normale veiligheidsactie uitvoeren, maar het kan openen en loskoppelen van het elektriciteitsnet in meerdere situaties. Het kan het elektriciteitsnet negeren als de accu's nog vol genoeg zijn. Nu kan de DC-zonne-energie worden geprioriteerd en zal het elektriciteitsnet worden gebruikt als een back-up generator
Wanneer kan het elektriciteitsnet worden beheerd?
Het AC-ingangsrelais kan worden geprogrammeerd om het elektriciteitsnet selectief te negeren, terwijl het naar twee parameters kijkt: Het kan kijken naar de accuspanning en/of naar AC-stroomparameters.
Het elektriciteitsnet wordt genegeerd wanneer de accu's vol genoeg zijn. Het rooster wordt binnengelaten wanneer de accu's leeg zijn:
Deze instelling kan worden gebruikt om de accu's van het elektriciteitsnet op te laden als de accu's te leeg worden. Dit kan bijvoorbeeld 's nachts of tijdens een lange periode van slecht weer gebeuren.
In dit scenario zal de Multi kijken naar de accuspanning. Het zal het elektriciteitsnet toelaten wanneer de accuspanning te laag is, gedurende een bepaalde tijd. Het zal het elektriciteitsnet negeren zodra de accuspanning gedurende een bepaalde tijd boven een bepaald niveau is gestegen.
De Multi kan ook het elektriciteitsnet loskoppelen op basis van de accustatus.
Het elektriciteitsnet wordt genegeerd wanneer de AC-belasting laag is. Het rooster wordt binnengelaten wanneer de AC-belastingen hoog zijn:
Deze instelling kan worden gebruikt om het elektriciteitsnet toe te laten wanneer de AC-belasting hoger is dan de Multi-waarde. Dit voorkomt dat de Multi overbelast raakt. Deze instelling kan ook worden gebruikt voor grote belastingen die niet op de accu moeten werken.
In dit scenario zal de Multi kijken naar de AC-belasting. Zodra hij ziet dat de belasting zich gedurende een bepaalde tijd boven een bepaald niveau bevindt, laat de Multi het rooster binnen. De multi zal stoppen met het inlaten van het rooster zodra het ziet dat de AC-belasting onder een bepaald niveau is gedaald, gedurende een bepaalde tijd.
Voorwaardelijke activering van AC-ingang
Maakt het gebruik van AC-invoerbeheer mogelijk om de werking van het feedbackrelais te wijzigen.
Voorwaarden voor belasting
Deze instelling kan worden gebruikt om het elektriciteitsnet toe te laten wanneer de AC-belasting hoger is dan de Multi-waarde. Dit voorkomt dat de Multi overbelast raakt. Deze instelling kan ook worden gebruikt voor grote belastingen die niet op de accu moeten werken.
In dit voorbeeld wordt het elektriciteitsnet niet genegeerd wanneer de belasting meer dan 4000 Watt bedraagt, zonder vertraging.
AC-ingang niet negeren betekent dat het elektriciteitsnet wordt geaccepteerd omdat het AC-ingangsrelais gesloten is. Het elektriciteitsnet wordt genegeerd wanneer de belasting lager is dan 2000 W.
AC negeren betekent dat het elektriciteitsnet wordt genegeerd omdat het AC-ingangsrelais geopend is.
Als het AC-ingangsrelais regelmatig wordt geopend en gesloten, voeg dan, afhankelijk van de belasting, een tijdsvertraging toe voordat er geactiveerd en gedeactiveerd wordt.
Activering van de AC-ingang op basis van belasting
Activeren wanneer de belasting hoger is dan W
Vertraging voor activering T
Niet actief wanneer de belasting lager is dan W
Vertraging voor deactivering T
Accu Voorwaarden
Deze instelling kan worden gebruikt om de accu's van het elektriciteitsnet op te laden als de accu's te leeg worden. Dit kan bijvoorbeeld 's nachts of tijdens een lange periode van slecht weer gebeuren.
In dit voorbeeld wordt het elektriciteitsnet niet genegeerd wanneer de accuspanning minder is dan 47 Volt. AC-ingang niet negeren betekent dat het elektriciteitsnet wordt geaccepteerd omdat het AC-ingangsrelais gesloten is.
Het elektriciteitsnet zal opnieuw worden genegeerd wanneer de accuspanning meer dan 52 Volt is gedurende meer dan 5 minuten.
AC negeren betekent dat het elektriciteitsnet wordt genegeerd omdat het AC-ingangsrelais geopend is. Afgezien van “accuspanning”, zijn er twee andere opties om uit te kiezen: “bulkklaar” of “absorptie voltooid”.
Het kiezen van “absorptie voltooid” is een goede manier om ervoor te zorgen dat de accu's zo nu en dan volledige opgeladen worden. Maar het kan leiden tot een hogere elektriciteitsrekening. De absorptielaadfase van een loodzuuraccu is veel minder efficiënt dan de bulkfase.
Dit kan een reden zijn om de optie “bulkfase voltooid” te kiezen. Aan het einde van de bulklaadfase is een loodzuuraccu ongeveer 85 % vol.
Zie voor meer informatie over bulk en absorptie het Victron Energy-boek “Energy Unlimited”, pagina 25. Volg deze link: https://www.victronenergy.com.au/orderbook
Het is ook mogelijk om het elektriciteitsnet toe te laten wanneer de accu's onder een bepaalde laadstatus vallen.
Belangrijk
In een DC-gekoppeld zonnesysteem mag de optie “laadstatus” alleen worden gebruikt als er een GX-apparaat in het systeem is en het GX-apparaat is aangesloten op zowel de Multi- als de MPPT-zonnelader(s) en / of een BMV-accubewaker. Daarnaast moet er een instelling worden gedaan in het GX-apparaat. Zie deze link voor meer informatie: https://www.victronenergy.com/media/pg/CCGX/nl/configuration.html#UUID-3d1bea6f-30a0-7d84-8ba6-dab25033ba16
4.12.6. Omvormermodi
Aan/Uit-menu
Het Aan/Uit-menu in VictronConnect biedt meerdere werkingsmodi.
AAN
Dit schakelt de eenheid AAN via de softwaretoggle, dit is de standaard bedieningsmodus.
Gebruik van deze modus vereist dat de fysieke hardware AAN/UIT-schakelaar ingesteld is op AAN.
De fysieke hardwareschakelaar naar UIT draaien schakelt de eenheid uit, en kan niet overschreven worden door de software AAN-schakelaar.
UIT
Dit schakelt de eenheid UIT via de softwareregeling.
De fysieke hardwareschakelaar ingesteld op AAN wordt overschreven door de software UIT instelling.
De eenheid schakelt UIT wanneer de fysieke hardwareschakelaar ingesteld is op AAN, maar de softwareschakelaar ingesteld is op UIT.
Alleen omvormer
Alleen omvormer-modus ontkoppelt de AC-Ingang van het net door de AC-ingangsrelais te openen.
De PV-lader is nog steeds actief in deze modus.
Alleen lader
Alleen lader-modus schakelt de omvormer uit die AC-spanning levert aan de AC-uitgang.
De lader laadt de accu's vanuit de AC-ingang in deze modus.
De PV-lader is nog steeds actief in deze modus.
Doorgeven
Deze modus sluit het AC-ingangrelais en voert AC-spanning van de AC-ingang door naar de AC-uitgang terwijl de omvormer/lader uit blijft.
De PV-lader blijft actief.
4.12.7. ESS-regelingen
De fabrieksstandaardbediening wanneer een AC-invoer verbonden is met een Multi RS is dat de lader begint de accu's op te laden tot de maximale AC-ingangsstroom en laadstroombeperkingen. We noemen deze fabrieksstandaardmodus ”Houd accu's opgeladen".
In bepaalde gevallen wil de gebruiker alleen de AC-ingang gebruiken om de accu, wanneer nodig, te laden en in plaats hiervan laat de accu's toe te ontladen om te zorgen voor de belastingen en herladen van PV.
Om deze flexibiliteit in te schakelen zijn er meerdere mogelijke instellingsopties.
Het is mogelijk de 'voorwaardelijke AC-ingangsverbinding te gebruiken', dit ontkoppelt fysiek de AC-ingangsrelais, de AC-ingangstoevoer wordt ontkoppeld tenzij de geprogrammeerde parameters nageleefd worden.
Wanneer voldaan wordt aan de parameters sluit het AC-ingangrelais, de AC-ingang wordt verbonden en de Multi RS laadt de accu vanuit de AC-ingang.
Als bij voorkeur het AC-ingangrelais gesloten moet zijn, en de AC-ingang verbonden, maar niet te gebruiken om voortdurend de accu te laden, is er een andere optie, ESS geoptimaliseerde modus genoemd.
Houd accu's opgeladen
Dit is de fabireksstandaardmodus geselecteerd Deze instelling houdt de accu's volledig opgeladen. Bij uitval van de netspanning is dan het enige ogenblik dat accuvermogen gebruikt wordt - als een backup. Zodra het elektriciteitsnet is hersteld, worden de accu's opnieuw opgeladen met behulp van het elektriciteitsnet of zonnepanelen, indien beschikbaar.
Zelfs wanneer ervoor wordt gekozen normaal te draaien in een geoptimaliseerde modus kan het nuttig zijn om deze modus te gebruiken wanneerer een storm wordt verwacht die de AC-toevoer verstoort om er zeker van te zijn dat de accu's volledig geladen zijn voordat de stroom uitvalt.
Geoptimaliseerd
Deze modus houdt de AC-ingangangrelais gesloten maar gebruikt alleen de AC-ingangtoevoer om de accu te behouden op de 'Minimale ontlaad SOC' instelling.
Wanneer er meer PV-vermogen is dan nodig voor het voeden van de belastingen, wordt de overtollige PV-energie opgeslagen in de accu. Die opgeslagen energie wordt dan gebruikt om de belastingen te voeden op momenten dat er een tekort aan PV-vermogen is.
Deze modus behoudt ook PowerAssist. Dit betekent dat wanneer de belasting groter is dan de omvormer kan leveren, dat het vermogen gebruikt van de AC-ingang om het te ondersteunen.
Het percentage van accucapaciteit gebruikt voor zelfverbruik is instelbaar. Als een storing van de netspanning uitzonderlijk zeldzaam is, kan het ingesteld worden op 100%. Op locaties waar een elektriciteitsnetstoring vaak voorkomt - of zelfs dagelijks - kan er voor gekozen worden om slechts 20 % van de accucapaciteit te gebruiken en 80 % op te slaan voor de volgende elektriciteitsnetstoring.
Batterylife
Batterylife verwijst naar een algoritme dat automatisch de minimale laadtoestand (SOC) verhoogt wanneer de accu niet regelmatig herladen wordt.
Als de accu opnieuw volledig opgeladen wordt, vermindert het BatteryLife-algoritme de minimale laadtoewstand opnieuw tot het de minimale laadtoestand is bereikt, ingesteld door de gebruiker in het VictronConnect ESS-menu.
Ondersteunen-modus
Deze modus is niet door gebruiker te selecteren.
Wanneer de accuspanning het afsluitniveau nadert of de BMS geeft aan dat de accu leeg is, wijzigt de eenheid naar 'STEUN'-modus en laat een druppellaadmodus (5A) van de AC-ingang toe.
Beperkingen
Let op dat de ESS-implementatie voor de VE.Can Multi RS anders beheerd wordt met betrekking tot dat van de VE.Bus-producten. Er hoeft geen assistent geïnstalleerd te worden, ESS-instellingen zijn beschikbaar uit de doos.
Het is nog niet mogelijk de beschikbare ESS-instellingen aan te passen via het ESS-menu van de GX. Het ESS-menu van de GX toont 'Geen ESS-assistent gevonden'.
Het is ook niet mogelijk ESS-instellingen te wijzigen via het regelingenmenu van VRM.
Multi RS ESS-instellingen kunnen alleen gewijzigd worden via VictronConnect en het ESS-menu in de instellingen daar.
Dit kan lokaal uitgevoerd worden via Bluetooth of VE.Direct naar USB, en ook remote wanneer het systeem verbonden is via een GX-apparaat naar VRM, met Remote VictronConnect.
Netcodenaleving is nog niet beschikbaar voor de Multi RS. Dus terugleveren is niet toegestaan door de software.
4.13. Aansluiten op AC PV-omvormers
De Multi bevat een ingebouwd AC PV-omvormerdetectiesysteem. Wanneer er een terugkoppeling is van AC PV (een overschot) vanuit de AC-uit-poort, dan zal de Multi de AC-uitgangsfrequentie automatisch aanpassen.
Hoewel geen verdere configuratie vereist is, is het belangrijk dat de AC PV-omvormer correct geconfigureerd is om op de frequentieaanpassing te reageren door zijn uitgang te verlagen.
Merk de 1:1-regel op van AC PV-omvormer grootte naar Multi grootte en het toepassen van de minimale accu groottes. Meer informatie over deze beperkingen zijn beschikbaar in de AC-Koppeling handleiding en het lezen van dit document is vereist bij gebruik van een AC PV-omvormer.
Het frequentie-aanpasbereik is niet configureerbaar en bevat een ingebouwd veiligheidsmarge. Wanneer de absorptiespanning is bereikt, zal de frequentie toenemen. Dus het is nog steeds essentieel een DC PV-component in het systeem te hebben om de accu volledig te laden (bijv. druppel-trap).
Het is wellicht mogelijk om de vermogensreactie op verschillende frequenties op de AC PV-omvormer aan te passen.
De standaard configuratie is getest en werkt betrouwbaar met de Fronius MG50/60 netcodeconfiguratie.
4.14. Grote systemen - 3-fasen
Waarschuwing
3-fasen systemen zijn complex. We ondersteunen niet of bevelen niet aan dat niet-opgeleide en/of onervaren installateurs werken aan systemen van deze grootte.
Wanneer je nieuw bent bij Victron start dan met kleine systeemontwerpen zodat je vertrouwd raakt aan noodzakelijke opleiding, materiaal en vereiste software.
Het wordt ook aanbevolen een installateur in the huren met ervaring in deze complexere Victron-systemen, zowel voorontwerp als voor ingebruikname.
Victron kan specifieke opleiding voor deze systemen leveren aan distributeurs via hun regionale salesmanager.
Opmerking
VE.Can parallel en 3-fasen netwerken verschillen van VE.Bus. Lees de documentatie volledig, zelfs wanneer je ervaring hebt met grote VE.Bus-systemen.
Het is mogelijk om verschillende modellen omvormer RS (d.w.z. het model met Solar en zonder Solar) door elkaar te gebruiken. Echter het mengen van Inverter RS met Multi RS wordt momenteel niet ondersteund.
DC- en AC-bedrading
Elke eenheid moet individueel van zekering voorzien worden op de AC- en DC-kant. Zorg ervoor hetzelfde type zekering te gebruiken op elke eenheid.
Het volledige systeem moet worden aangesloten op een enkelvoudige accubank. Momenteel ondersteunen we geen meerdere verschillende accubanken voor één verbonden 3-fasen en/of parallel systeem.
Communicatiebedrading
Alle eenheden moeten in serie gekoppeld zijn met een VE.Can-kabel (RJ45 cat5, cat5e of cat6). De volgorde hiervoor is niet belangrijk.
Aan elk uiteinde van het VE.Can-netwerk moet een terminator gebruikt worden. .
De temperatuursensor kan op elke eenheid in het systeem aangesloten worden. Voor een grote accubank is het mogelijk meerdere temperatuursensoren aan te sluiten. Het systeem gebruikt de temperatuursensor met de hoogste temperatuur om de temperatuurcompensatie te bepalen.
Programmeren
Alle instellingen moeten handmatig ingesteld worden door de instellingen in elk apparaat te wijzigen, één voor één. Momenteel wordt het synchroniseren van instellingen naar alle apparaten niet ondersteund door VictronConnect.
Er bestaat een gedeeltelijke uitzondering hiervoor - het wijzigen van de AC-uitgangsspanning wordt tijdelijk naar andere gesynchroniseerde apparaten gepushd (om ongewenste onevenwichtigheid van voedingsstroom via de via the AC-uitgang te voorkomen). Dit is echter geen permanente instellingenwijziging en moet nog steeds handmatig ingesteld worden op alle apparaten als de AC-uitgangsspanning gewijzigd moet worden.
Instellingen acculader (spanning en stroomlimieten) worden overschreven wanneer DVCC ingesteld is en wanneer een BMS-Can BMS in het systeem actief is.
Systeembewaking
Het wordt sterk aanbevolen dat een GX Family-product gebruikt wordt in combinatie met deze grotere systemen. GX producten bieden zeer waardevolle informatie over de geschiedenis en prestatie van het systeem.
Systeemmededelingen worden duidelijk voorgesteld en veel extra functies zijn ingeschakeld. Gegevens van VRM versnellen ondersteuning enorm wanneer het vereist is.
4.15. 3-fasen installatie
De Multi RS Solar ondersteunt enkelvoudige fase en 3-fasen instellingen. Momenteel ondersteunt het geen gesplitste fase.
De fabrieksstandaard is voor zelfstandige, enkelvoudige eenheid werking.
Als er voor 3-fasenwerking geprogrammeerd moet worden dan vereist dat minstens 3 eenheden.
De maximaal ondersteunde systeemgrootte bedraagt 3 eenheden in totaal, met een enkelvoudige eenheid op elke fase.
De omvormers moeten met elkaar verbonden worden via VE.Can verbindingen, met een VE.Can-terminator (geleverd) aan de begin en het einde van de VE.Can.
Als de eenheden met de accu verbonden zijn en via VE.Can moeten ze ingesteld worden.
Driehoek schakelingen worden niet niet ondersteund
Voor eenheden in 3-fasen instelling: Onze producten werden ontworpen voor een ster (Y) type 3-fasen schakeling. In een ster schakeling zijn alle nullen verbonden, een zogenaamde: “gedeelde nul”.
We ondersteunen geen driehoek (Δ)-schakeling. Een driehoek configuratie heeft geen gedeelde nul en veroorzaakt dat bepaalde en leidt tot bepaalde omvormerkenmerken die niet zoals verwacht zullen werken.
4.16. 3-fasen programmeren
Om een 3-fasen systeem in te stellen, moeten zeMulti RS Solar correct geïnstalleerd worden en firmwareversie v1.13 of later draaien.
Het instellen van een systeem voor 3-fasen of enkelfase wordt uitgevoerd in VictronConnect in het Systeemmenu.
Let op
AC-uitgangvermogen wordt enkele seconden afgekoppeld bij het wisselen van systeeminstellingsmodi. Zorg ervoor dat het systeem ingesteld is VÓÓR het verbinden van omvormer AC-uitgang met de belastingen.
De fabrieksstandaard-instelling is zelfstandig (een enkelvoudige eenheid).
Verbind, om een 3-fasen systeem in te stellen, met de eerste eenheid in VictronConnect, wijzig de systeeminstelling naar 3-fasen en selecteer dan de correcte fase voor die eenheid (L1 of L2 of L3)
Dit moet voor elke eenheid individueel gedaan worden.
Het wordt aanbevolen om de voorkant van elk apparaat te labelen en het een aangepaste naam te geven in VictronConnect die overeenkomt met het fysieke label.
Voorkom CAN-netwerk islanding toggle
Deze functie bepaalt wat het systeem doet bij een defecte CAN-aansluiting tussen de RS-eenheden, en schakelt 'aantal omvormers in het systeem'-instelling onderaan in. Standaard is ingeschakeld.
Wanneer drie Multi RSen in 3-fasen schakeling ingesteld zijn, werkt elke individuele eenheid alleen wanneer de eenheid minstens één andere eenheid ziet. Deze functie is alleen relevant in combinatie met de ”Verdergaan met ontbrekende fase" functie.
Aantal omvormers in het systeem
Voer het totaal aantal in het systeem geïnstalleerde RS-eenheden in. Dit moet ingesteld zijn op 3 voor een 3-fasen Multi RS-systeem.
Ingeval een CAN-aansluiting tussen twee eenheden verbroken is, wordt het netwerk verdeeld in segmenten, deze instelling wordt gebruikt om het grootste segment te bepalen en het kleinste segment af te sluiten om ze te voorkomen dat dit segment op zichzelf niet-gesynchroniseerd verder gaat.
Let op dat het instellen van de optie ”Verdergaan met ontbrekende fase" bij uitgeschakeld dit gedrag op zo'n manier overschrijft dat alle 3 de fasen gevoed moeten zijn, dus een defecte CAN-verbinding in een 3-fasige opstelling sluit alle eenheden af.
Minimaal aantal omvormers om te starten
Minimaal aantal omvormers dat per fase aanwezig moet zijn bij het starten van het systeem.
Instellen op 1 betekent dat de 3 eenheden in een 3-fasen Multi RS-systeem aanwezig moeten zijn om te starten.
Opmerking
Deze systeeminstellingen moeten individueel geprogrammeerd worden en correct ingesteld worden op alle verbonden omvormers voor gesynchroniseerde werking.
Opmerking over redundantie en voortdurende uitgang tijdens firmware-updates
Een 3-fasen systeem kan firmware bijgewerkt worden zonder vermogen te verliezen op de AC-uitgang.
Zorg ervoor dat er een stabiele AC-ingang beschikbaar is bij het starten van het bijwerekn en dat de eenheid, die momenteel wordt bijgewerkt overschakelt naar de AC-doorgangsmodus.
Het AC-synchronisatiemechanisme, gebruikt voor 3-fasen, heeft een ingebouwde 'protocol'-versie.
Eenheden kunnen samenwerken, zelfs met verschillende firmwareversies, zolang ze maar dezelfde protocolversie draaien.
Dit laat voortdurende ononderbroken voeding toe, zelfs bij het bijwerken van firmware, daar de eenheden individueel één voor één bijwerken, terwijl andere blijven synchroniseren en de stabiele AC-uitgang leveren.
Wanneer Victron het 'protocol' versienummer moet wijzigen, wordt het duidelijk genoteerd in het firmware wijzigen-logboek. Lees dit steeds vóór het bijwerken.
Wanneer er meerdere protocolversies draaien op dezelfde VE.Can bus geven alle eenheden foutmelding #71 aan tenzij ze allemaal bijgewerkt werden naar dezelfde versie.
Ga verder met ontbrekende fase
Het is mogelijk het systeem op zo'n manier in te stellen dat, wanneer één eenheid offline is (bijvoorbeeld doordat het fysiek uitgeschakeld werd of door een firmware-update wanneer er geen netverbinding is om doorgang toe te laten), de andere eenheden kunnen blijven werken en AC-uitgangvermogen kunnen blijven leveren aan hun respectievelijke fases.
Standaard wordt het 'verdergaan met ontbrekende fase' uitgeschakeld. Een eenheid uitschakelen met de fysieke schakelaar schakelt die eenheid uit. Wanneer de eenheid één van de drie eenheden is, die zich in 3-fasen schakeling bevinden, dan worden de anderen ook uitgeschakeld.
Wanneer ingesteld met 'Verdergaan met ontbrekende fase' ingeschakeld, en het minimum aantal eenheden is voldoende, dan blijft output naar de andere fasen verdergaan, zelfs wanneer het op minder fasen loopt dan ingesteld.
De instellingsoptie 'verdergaan met ontbrekende fase' MAG NIET ingeschakeld worden wanneer er specifieke 3-fasen belastingen verbonden zijn die alle drie gesynchroniseerde fasen vereisen om te werken (zoals een 3-fasen elektromotor).
Behoud in die situatie de standaard 'uitgeschakeld' instelling voor ”verdergaan met ontbrekende fase".
Waarschuwing
Een 3-fasen belasting met maar 2-fasen voeding kan resulteren in schade aan het apparaat.
Waarschuwing
Wanneer het systeem is ingesteld om te blijven werken met een ontbrekende fase, en er een probleem is met de VE.Can-communicatie tussen de eenheden (zoals een beschadigde kabel), dan blijven de eenheden werken maar ze synchroniseren hun uitgang-spanningsvormen niet meer.
System Instance
Eenheden met hetzelfde instance-nummer werken samen op de AC-kant.
Het wijzigen van de System instance-instelling laat meerdere groepen omvormers zonder storing toe op dezelfde VE.Can bus te zijn, maar niet gesynchroniseerd en gesegmenteerd in verschillende AC-uitgangen.
Ga verder met dezelfde programmeerinstellingen op de overige eenheden.
Bekende problemen
De 'UPS-functie' is te gevoelig bij 3-fasen werking in vergelijking met alleenstaande werking. Schakel de 'UPS-functie' uit in geval de Multi regelmatig afsluit van de AC-ingang.
Laadstromen zijn nog niet gebalanceerd over de 3-fasen wanneer de lader in spanning-gecontroleerde modus staat.