In specifieke gevallen waarin de geïntegreerde laadmodi niet geschikt/ideaal zijn voor het accutype dat wordt opgeladen of de fabrikant van de accu specifieke laadparameters aanbeveelt en verfijnde afstemming gewenst is, is geavanceerde configuratie mogelijk met een Bluetooth-apparaat (mobiele telefoon of tablet) met behulp van de VictronConnect-app.
Voor de meeste gangbare accutypen zijn geavanceerde instellingen niet vereist of aanbevolen; de geïntegreerde laadmodi en adaptieve laadlogica zijn doorgaans geschikt en presteren zeer goed.
De pagina met geavanceerde instellingen maakt het mogelijk om de specifieke instelling van laadparameters en gebruikergedefinieerde instellingen op te slaan en gemakkelijk op te laden.

Om toegang te krijgen tot de geavanceerde instellingen:
Sluit de Blue Smart IP22 Charger AC-voedingskabel aan op een stopcontact; na een korte vertraging lichten de LED's op die de huidige laadmodus en laadstatus aangeven.
Open met een met Bluetooth ingeschakeld apparaat (mobiele telefoon of tablet) de VictronConnect-app en vind de Blue Smart IP22 Charger in de apparatenlijst lokale pagina, maak dan verbinding met het apparaat (de standaard PIN-code is vermeld op een etiket, te vinden op de back van de acculader, of probeer 000000 als er geen etiket is).
Selecteer het pictogram Instellingen (tandwiel in de rechterbovenhoek) om naar de Instellingen-pagina te gaan.
Schakel de schakelaar Geavanceerde instellingen om de pagina Geavanceerde instellingen in te schakelen.
Lees het waarschuwingsbericht en selecteer dan OK om verder te gaan.
Selecteer Geavanceerde accu-instellingen voor toegang tot de pagina Geavanceerde instellingen.
Om gebruikergedefinieerde geavanceerde instellingen in te stellen:
Selecteer de accuvoorinstelling pijl om het menu.
Selecteer Gebruikergedefinieerd uit het menu van accuvoorinstelling.
Door gebruiker gedefinieerde instelling wordt nu ingeschakeld.
Stel de geavanceerde instellingen in zoals vereist volgens de aanbevelingen van de accufabrikanten.
De geavanceerde instellingen (met expertmodus uitgeschakeld) omvatten:
Voorinstelling van de accu
Met het menu Accuvoorinstelling kan er gekozen worden uit de volgende opties:
Ingebouwde voorinstelling
Selectie van een standaard geïntegreerde voorinstelling (hetzelfde als het algemene instellingenmenu)
Gebruikergedefinieerd
Instelling van door de gebruiker gedefinieerde laadinstellingen en selectie van de laatste door de gebruiker gedefinieerde instelling
Selecteer voorinstelling
Keuze uit een uitgebreid assortiment geïntegreerde voorinstellingen voor het opladen van de accu, inclusief nieuwe door de gebruiker gedefinieerde laadvoorinstellingen
Voorinstelling aanmaken
Een nieuwe laadvoorinstelling die moet worden aangemaakt en opgeslagen vanuit door de gebruiker gedefinieerde instellingen
Voorinstellingen bewerken
Een bestaande voorinstelling die moet worden bewerkt en opgeslagen
Maximale laadstroom
Met de instelling voor maximale laadstroom kan worden gekozen tussen de standaard en een aanzienlijk lagere vooraf ingestelde laadstroomlimiet; Maximum, Laag (50% van maximum) of Minimum (25% van maximum) stroom. Als alternatief kan een door de gebruiker gedefinieerde maximale laadstroom (tussen de minimum- en maximumlimieten) worden ingesteld.
Laadspanning
Met de instellingen voor de laadspanning kan het instelpunt van de spanning voor elke laadfase onafhankelijk worden ingesteld en kunnen sommige laadfasen (herconditionering en druppelladen) worden uitgeschakeld of ingeschakeld.
Het instelpunt van de laadspanning kan worden ingesteld voor de volgende laadfasen:
Absorptie
Druppel
Opslag
Herconditioneren
Spanningscompensatie
Temperatuurcompensatie
Met de temperatuurcompensatie-instelling kan de temperatuurcompensatiecoëfficiënt van de laadspanning worden ingesteld of kan de temperatuurcompensatie volledig worden uitgeschakeld (zoals voor Li-ion accu's). De temperatuurcompensatiecoëfficiënt wordt gespecificeerd in mV/°C en geldt voor de hele accu/accubank (niet per accucel).
Accu limieten
Loskoppeling bij lage temperatuur
De instelling voor uitschakeling bij lage temperatuur schakelt het opladen uit bij lage temperatuur om Lithiumaccu's te beschermen tegen beschadiging; deze instelling vereist dat de accutemperatuur door een compatibele accubewaker met het VE.Smart Networking wordt doorgegeven.
De expertmodus breidt het menu met geavanceerde instellingen nog verder uit en bevat meer gespecialiseerde -instellingen op expertniveau.

Om naar expertmodus-instellingen te gaan:
Open de pagina geavanceerde instellingen en schakel door gebruiker gedefinieerde instelling in - raadpleeg de rubriek 'Geavanceerde instelling > Geavanceerde instellingen' voor instructies.
Schakel de Expert modus schakelaar om extra 'Expert modus'-instellingen (uitbreiding van het geavanceerde instellingen-menu) in te schakelen.
Lees het waarschuwingsbericht en selecteer dan OK om verder te gaan.
De expertmodus-instellingen (uitbreiding van het menu geavanceerde instellingen) is nu ingeschakeld.
De ADDITIONAL expert modus-instellingen omvatten:
Laadspanning
BatterySafe
Met de instelling BatterySafe kan de spanningsregeling BatterySafe worden in- of uitgeschakeld. Als BatterySafe is ingeschakeld, wordt de hoogte van de accuspanning tijdens de bulkfase automatisch beperkt tot een veilig niveau. In gevallen waarin de accuspanning anders sneller zou toenemen, wordt de laadstroom daardoor verminderd om overmatige gasvorming te voorkomen.
Bulk
Bulktijdslimiet
De instelling van de bulktijdslimiet beperkt de maximale tijd die de acculader in bulkfase kan doorbrengen als beschermingsmaatregel, aangezien de absorptiespanning tegen die tijd had moeten zijn bereikt. Als aan de bulktijdslimiet is voldaan, zal de acculader direct overgaan in de druppellaadfase.
Re-bulkmethode
De re-bulkmethode-instelling laat selectie toe tussen constante stroom of accuspanningmethode om de lader terug te starten in bulklaadfase. Als de lader ingesteld is in een VE.Smart netwerk met meerdere laders dan wordt deze instelling overschreven en accuspanning wordt gebruikt.
Compensatie re-bulkspanning
De offset-instelling voor de re-bulkspanning wordt gebruikt om de drempel voor de re-bulkspanning te bepalen waardoor er een nieuwe laadcyclus geactiveerd zal worden; de offset is relatief ten opzichte van de ingestelde 'Opslagspanning' (re-bulkspanning = opslagspanning - offset re-bulkspanning). Als de accuspanning onder de drempel van de re-bulkspanning daalt terwijl de acculader zich in de druppellaad- of opslagfase bevindt en er een minuut onder blijft, zal de acculader terug naar de bulklaadfase schakelen.
Re-bulkstroom
De Re-bulkstroominstelling is de laadstroomlimiet die een nieuwe laadcyclus activeert. Als de laadstroom de re-bulkstroomlimiet overschrijdt gedurende vier seconden terwijl de lader in druppellaad- of opslagfase is, waardoor de acculader weer in het bulklaadfase terechtkomt.
Let op dat zelfs als de re-bulkinstelling is uitgeschakeld, dan zal re-bulk plaatsvinden als de laadstroom gedurende 4 seconden op de maximale laadstroom wordt terwijl de lader in druppelladen- of opslagfase staat.
Absorptie
Absorptieduur
De absorptieduurinstelling laat selectie toe tussen adaptive absorptietijd (berekend gebaseerd op de bulktijd/niveau van ontlading) of een vaste absorptietijd.
Maximale absorptietijd/ Absorptietijd
Met de instelling maximale absorptietijd / absorptietijd kan de maximale adaptieve absorptietijd of de vaste absorptietijd worden ingesteld (afhankelijk van of adaptieve of vaste absorptietijd is geselecteerd). Let op dat ongeacht of adaptieve of vaste absorptietijd is geselecteerd, de absorptiefase vroegtijdig kan eindigen op basis van de staartstroominstelling (indien ingeschakeld).
Staartstroom
Met de staartstroominstelling kan de absorptiefase vroegtijdig worden beëindigd op basis van de laadstroom. Als de laadstroom gedurende één minuut onder de staartstroomdrempel daalt, wordt de absorptiefase onmiddellijk beëindigd en gaat de lader over op de druppel- of opslagfase.
Herhaalde absorptie
De instelling voor herhaalde absorptie maakt het mogelijk de verstreken tijd tussen elke automatische vernieuwningslaadcyclus (1 uur in de absorptiefase) in te stellen. Herhaalde absorptie is standaard ingeschakeld, en kan uitgeschakeld worden, waarna de accu verder in opslagmodus blijft.
Herconditioneren
Herconditionering stroompercentage
Herconditionering stroompercentage wordt gebruikt om de laadstroomlimiet vast te stellen terwijl de acculader zich in de herconditioneringsfase bevindt; het percentage is relatief ten opzichte van de ingestelde Maximale laadstroom. De acculader zal in de herconditioneringsfase de laadstroom beperken tot dit lagere niveau.
Herconditioneringsstopmodus
Met de herconditioneringsstopmodusinstelling kaner gekozen worden tussen de herconditioneringsfase die wordt beëindigd als de accuspanning het instelpunt van de herconditioneringsfase bereikt of een vaste tijdsperiode.
Maximale herconditioneringsduur
Met de instelling van de herconditioneringstijd kan de maximale herconditioneringstijd of de vaste herconditioneringstijd worden ingesteld (afhankelijk van de geselecteerde herconditioneringsstopmodus).
Handmatige herconditionering
Handmatige herconditionering kan gestart worden door de knop START NOW (nu starten) te selecteren. De maximale duur van de herconditioneringscyclus is beperkt tot maximaal 1 uur.
De Blue Smart IP22 Charger serie beschikt over VE.Smart networking mogelijkheden, die Bluetooth communicatie tussen compatibele Victron producten mogelijk maakt om de werking van de lader en de prestaties/levensduur van de accu te optimaliseren; raadpleeg de rubriek 'Werking > VE.Smart Networking' voor meer informatie.
VE.Smart networking moet worden ingeschakeld en ingesteld met behulp van een met Bluetooth ingeschakeld apparaat (mobiele telefoon of tablet) met de VictronConnect-app.
Instellen van een VE.Smart Network met Volt-sensor (accuspanning), Current-sensor (laadstroom) en Temp-sensor (accutemperatuur):
Open, met een met Bluetooth ingeschakeld apparaat (mobiele telefoon of tablet), de VictronConnect-app en vind de accubewaker (BMV, SmartShunt, Smart Battery Sense of VE.Bus Smart Dongle) in de 'LOCAL' pagina apparaatlijst, sluit dan aan op het apparaat (de standaard PIN-code wordt vermeld op een etiket op de accubewaker, of probeer 000000 als er geen etiket is).
Selecteer het pictogram Instellingen (tandwiel in de rechterbovenhoek) om naar de Instellingen-pagina te gaan.
Selecteer VE.Smart networking om naar de VE.Smart netwerk-pagina te gaan.
Selecteer Maak Netwerk (of Netwerk AansluitenNETWORK als het VE.Smart netwerk al aangemaakt is).
Stel een naam in voor identificatie van het VE.Smart Network en selecteer danOK.
Na een korte vertraging verschijnt er een pop-up dialoogvenster waarin wordt bevestigd dat het netwerk met succes is ingesteld; selecteer OK om het dialoogvenster te sluiten.
De VE.Smart network-instellingsdetails staan weergegeven binnen de VE.Smart networking-pagina.
Beëindig de huidige Bluetooth-sessie door af te sluiten in de VictronConnect apparatenlijst lokale pagina.
Sluit de Blue Smart IP22 Charger AC-voedingskabel aan op een stopcontact; na een korte vertraging llichten de LED's op die de huidige laadmodus en laadstatus aangeven.
Open met een met Bluetooth ingeschakeld apparaat (mobiele telefoon of tablet) de VictronConnect-app en vind de Blue Smart IP22 Charger (of andere VE.Smart networking compatibele acculader) in de apparatenlijst lokale pagina, maak dan verbinding met het apparaat (de standaard PIN-code is vermeld op een etiket, te vinden op de back van de acculader, of probeer 000000 als er geen etiket is).
Selecteer het pictogram Instellingen (tandwiel in de rechterbovenhoek) om naar de Instellingen-pagina te gaan.
Selecteer VE.Smart networking om naar de VE.Smart netwerk-pagina te gaan.
Selecteer Aansluiten bij Bestaand.
Kies het netwerk en selecteer dan OK na de vragen.
Na een korte vertraging verschijnt er een pop-up dialoogvenster waarin wordt bevestigd dat het netwerk met succes is ingesteld; selecteer OK om het dialoogvenster te sluiten.
De VE.Smart network-instellingsdetails staan weergegeven binnen de VE.Smart networking-pagina.
Herhaal, voor systemen met extra VE.Smart netwerkcompatibele laders die op dezelfde accu/accubank zijn aangesloten, stappen 8 tot 16 hierboven om elke resterende lader op te nemen in het gemeenschappelijke VE.Smart netwerk.
VE.Smart networking is nu ingesteld; als VE.Smart networking ingeschakeld is:
Het symbool van het VE.Smart Network staat rechts boven in het Status-scherm (van alle apparaten binnen het VE.Smart Network).
De actieve laadtoestand-LED op de acculader (BULK, ABS, FLOAT en STORAGE) knippert (uitschakelen) even om de 4 seconden.
Let op
Meerdere laders binnen een gemeenschappelijk VE.Smart Network moeten dezelfde laadinstellingen hebben, want de master kan dynamisch veranderen.
Een VE.Smart Network opzetten met gesynchroniseerd opladen:
Sluit alle Blue Smart IP22 Charger AC-voedingskabels aan op een stopcontact; na een korte vertraging lichten de LED's op die de huidige laadmodus en laadstatus aangeven.
Open met een met Bluetooth ingeschakeld apparaat (mobiele telefoon of tablet) de VictronConnect-app en vind de eerste Blue Smart IP22 Charger in de apparatenlijst lokale pagina, maak dan verbinding met het apparaat (de standaard PIN-code is vermeld op een etiket, te vinden op de back van de acculader, of probeer 000000 als er geen etiket is).
Selecteer het pictogram Instellingen (tandwiel in de rechterbovenhoek) om naar de Instellingen-pagina te gaan.
Selecteer VE.Smart networking om naar de VE.Smart netwerk-pagina te gaan.
Selecteer Maak Netwerk (of Netwerk Aansluiten als het VE.Smart netwerk al aangemaakt is).
Stel een naam in voor identificatie van het VE.Smart Network en selecteer danOK.
Na een korte vertraging verschijnt er een pop-up dialoogvenster waarin wordt bevestigd dat het netwerk met succes is ingesteld; selecteer OK om het dialoogvenster te sluiten.
De VE.Smart network-instellingsdetails staan weergegeven binnen de VE.Smart networking-pagina.
Beëindig de huidige Bluetooth-sessie door af te sluiten in de VictronConnect apparatenlijst lokale pagina.
Open met een met Bluetooth ingeschakeld apparaat (mobiele telefoon of tablet) de VictronConnect-app en vind de volgende Blue Smart IP22 Charger (of andere VE.Smart networking compatibele acculader) in de apparatenlijst lokale pagina, maak dan verbinding met het apparaat (de standaard PIN-code is vermeld op een etiket, te vinden op de back van de acculader, of probeer 000000 als er geen etiket is).
Selecteer het pictogram Instellingen (tandwiel in de rechterbovenhoek) om naar de Instellingen-pagina te gaan.
Selecteer VE.Smart networking om naar de VE.Smart netwerk-pagina te gaan.
Selecteer Aansluiten Bestaand.
Kies het VE.Smart network en selecteer dan OK.
Na een korte vertraging verschijnt er een pop-up dialoogvenster waarin wordt bevestigd dat het netwerk met succes is ingesteld; selecteer OK om het dialoogvenster te sluiten.
De VE.Smart network-instellingsdetails staan weergegeven binnen de VE.Smart networking-pagina.
Herhaal, voor systemen met extra VE.Smart netwerkcompatibele laders die op dezelfde accu/accubank zijn aangesloten, stappen 9 tot 17 om elke resterende lader op te nemen in het gemeenschappelijke VE.Smart netwerk.
VE.Smart networking is nu ingesteld; als VE.Smart networking ingeschakeld is:
Het symbool van het VE.Smart Network staat rechts boven in het Status-scherm (van alle apparaten binnen het VE.Smart Network).
De actieve laadtoestand-LED op de acculader (BULK, ABS, FLOAT en STORAGE) knippert (uitschakelen) even om de 4 seconden.
De Blue Smart IP22 Charger serie is ook geschikt voor gebruik als DC-voeding, om apparatuur te voeden zonder dat een accu is aangesloten (of terwijl deze ook op een accu is aangesloten).
Als de lader specifiek wordt gebruikt als DC-voeding, wordt aanbevolen om de voedingsmodus te activeren, waardoor de interne laadlogica wordt uitgeschakeld en een constante (instelbare) DC spanning aan de belastingen wordt geleverd.
Om de voedingmodus te activeren:
Sluit de Blue Smart IP22 Charger AC-voedingskabel aan op een stopcontact; na een korte vertragingllichten de LED's op die de huidige laadmodus en laadstatus aangeven.
Open met een met Bluetooth ingeschakeld apparaat (mobiele telefoon of tablet) de VictronConnect-app en vind de Blue Smart IP22 Charger in de apparatenlijst lokale pagina, maak dan verbinding met het apparaat (de standaard PIN-code is vermeld op een etiket, te vinden op de back van de acculader, of probeer 000000 als er geen etiket is).
Selecteer het pictogram Instellingen (tandwiel in de rechterbovenhoek) om naar de Instellingen-pagina te gaan.
Selecteer Acculader in het Functiearchief om het popup dialoogvenster Functie te openen.
Selecteer Voeding in het pop-up dialoogvenster Functie en selecteer vervolgens OK.
Na een korte vertraging gaan de LED's BULK, ABS, FLOAT en STORAGE branden om aan te geven dat de laderfunctie is overgeschakeld op de voedingsmodus.
Wijzig, indien nodig, de gewenste uitgangsspanning en/of de limiet van de maximumstroom.
Voedingmodus is nu ingeschakeld en ingesteld.
Om de laderfunctie weer normaal als acculader te gebruiken, volg dan stappen 1 tot 4 bovenaan en selecteer dan Acculader uit het Functie-popup dialoogvak.