Skip to main content

Lynx Distributor

3. Kenmerken

In deze sectie:

3.1. Interne onderdelen en bedradingsschema Lynx Distributor

De interne fysieke onderdelen en het bedradingsschema van de Lynx Distributor dat de volgende onderdelen aangeeft:

  • Positieve rail

  • Negatieve rail

  • Zekeringen

  • Positieve aansluitingen

  • Negatieve aansluitingen

  • Aardverbinding

Lynx_Distributor_-_features.svg

De interne fysieke onderdelen van de Lynx Distributor

Lynx_Distributor_-_block_diagram.svg

Het intern bedradingsschema van de Lynx Distributor

3.2. Zekeringdetectie

De Lynx Distributor bewaakt elke zekering en zal een doorgebrande zekering detecteren.

Als een zekering doorbrandt, dan gaat de rode zekering-LED aan, de voedings-LED wordt rood en een alarmbericht wordt gestuurd naar een verbonden Lynx Smart BMS.

Zekeringdetectie is mogelijk van alle zekeringen op de accukant of op de belasting- of laderkant. Houd er rekening mee dat de zekeringdetectie een bijzonderheid heeft; als accu's zijn aangesloten op meerdere Lynx Distributor-circuits en één van de accuzekeringen doorbrandt, meet de zekeringbewaker geen voldoende hoge spanning over de zekering om een alarm door een defecte zekering te activeren, totdat de accu wordt opgeladen of ontladen.

Opmerking

De zekeringbewaker in Lynx Distributor-modules met oudere firmware (voor serienummer HQ1909) kunnen geen doorgebrande zekering detecteren als accu's zijn aangesloten. Het kan alleen een doorgebrande zekering detecteren als belastingen zijn aangesloten.

3.3. De RJ10-kabel

De RJ10-kabel voorziet de Lynx Distributor van spanning vanaf een Lynx Smart BMS of Lynx Shunt VE.Can en verstuurt data tussen de Lynx Distributor en the Lynx Smart BMS.

De Lynx Distributor heeft geen ingebouwde voeding voor zijn zekeringdetectiecircuit; de Distributor is afhankelijk van de spanning geleverd door een Lynx Shunt VE.Can of een Lynx Smart BMS via de RJ10-kabel. De Lynx Distributor moet, voor de werking van het zekeringdetectiecircuit, op een alternatieve manier voeding krijgen als deze niet is aangesloten op een Lynx Shunt VE.Can of een Lynx Smart BMS.

Om de RJ10-kabel voeding te geven voor autonoom gebruik doet u het volgende:

  • Verbind pin 1 van de RJ10-connector met 5 V (4,5 V - 5,5 V).

  • Verbind pin 4 met aarde.

Waarschuwing

De RJ10-aansluiting is niet beveiligd tegen omgekeerde polariteit. Een verkeerde RJ10-aansluiting kan de elektronische circuits van de Lynx Distributor onherstelbaar beschadigen.

Afbeelding 1. Pinout RJ10-connector
Pinout RJ10-connector

RJ10-connector contactkant RJ10 connector - borgclipkant.



De Lynx Distributor communiceert de operationele status en de status van elke zekering via de RJ10-kabel met een Lynx Smart BMS. Deze data kan dan bekeken worden via de VictronConnect-app, GX-apparaat en op het VRM-portaal.

Opmerking

De communicatiefunctie is toegevoegd in de Lynx Distributors met serienummer HQ1909 en hoger.

Let op

Communicatie is niet mogelijk in combinatie met de Lynx Shunt VE.Can.