2. Installatie en instellingen
2.1. AC-bedrading
2.1.1. Instel-opties
De instellingsoptie van ofwel de netmeter, PV-omvormer, het aggregaat of de AC-meter wordt op het GX-apparaat ingesteld. Raadpleeg, voor details over instelling van GX-apparaat het Configuratie GX-apparaat hoofdstuk. Die selectie bepaalt hoe het systeem moet worden aangesloten, en hoe de informatie die wordt ontvangen van de meter, op het scherm wordt weergegeven.
Zie onderstaande schema's voor de verschillende bedradingsopties:
2.1.2. Systeemvoorbeelden
Voorbeeldschema's
Opmerking
Wanneer gebruikt om een PV-omvormer te meten, moeten de aansluitklemmen 1, 4 en 7 naar de PV-omvormer gericht zijn om de juiste richting van de stroom en het vermogen te verzorgen.
Enkelfase, enkelvoudige functie
Let op de draadbrug tussen de aansluitklemmen 1 en 4. Deze aansluiting is niet nodig als u sensorversie AV2 gebruikt.
Het schema toont de bedrading wanneer de meter als een netmeter gebruikt wordt.
Om een enkelfase PV-omvormer in een driefasen systeem te meten, moeten alle 3 fasen op de faseringsklemmen van het net (3, 6 en 9) aangesloten worden. Je kan nu kiezen op welke fase je de PV-omvormer wilt hebben door de L1-lijn van de PV-omvormer aan te sluiten op aansluitklem 1, 4 of 7.
Enkelfase, dubbele functie
Als je overweegt een 3-fasen meter in een enkelfase installatie te gebruiken om het elektriciteitsnet op één ingang van de meter te meten en de uitgang van de PV-omvormer op een andere ingang van de energiemeter, zorg er dan voor dat de energiemeter L1 en de PV-omvormer L2 gebruikt.
Keuzeschakelaar aan de voorzijde
Verander de keuzeschakelaar aan de voorzijde zodat deze niet in de vergrendelde stand staat. Hierdoor kan de meter automatisch worden ingesteld door het GX-apparaat. De keuzeschakelaar aan de voorzijde bevindt zich naast het beeldscherm zoals aangegeven in de bovenstaande afbeelding.
2.2. Configuratie GX-apparaat
Na het juist aansluiten en opstarten zal/zullen de meter(s) zichtbaar zijn in het Instellingen → Energiemeters-menu van het GX-apparaat:
Nadat er een energiemeter is geselecteerd, moet de rol- en fasetype ingesteld worden. Druk op de spatiebalk of klik met de rechtermuisknop om naar het menu voor Fase en Rol te gaan:
Selecteer het type Rol of Fase en druk op de spatiebalk om wijzigingen aan te brengen:
Enkelfase, enkelvoudige functie and enkelfase, dubbele functie modus installatie:
Nadat alle instellingen zijn gedaan, zal de energiemeter met de relevante gegevens verschijnen in de apparatenlijst van het GX-apparaat:
Klik met de rechtermuisknop of druk op de spatiebalk om naar het overzicht van de energiemeter te gaan met alle relevante gegevens over het energieverbruik en de opwekking ervan op alle fasen. Onderaan het menu kan de rol van de energiemeter worden ingesteld met behulp van het Instellingen-menu. De gegevens die voor de communicatie worden gebruikt, kunnen worden uitgelezen via het menu van het apparaat. Daar kan ook een aangepaste naam voor de energiemeter ingesteld worden: